ECLI:NL:RBDHA:2015:1561
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van Chinese vreemdeling en gebrek aan zicht op uitzetting naar China
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 februari 2015 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die op 8 september 2014 aan eiseres was opgelegd. Eiseres, een Chinese vreemdeling, stelde dat er geen zicht was op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. De rechtbank constateerde dat de Chinese autoriteiten in 2013 en 2014 nauwelijks laissez-passers hebben afgegeven en dat er sinds september 2014 geen reactie meer is ontvangen op aanvragen van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). De rechtbank oordeelde dat, ondanks de inspanningen van verweerder, er geen concrete aanknopingspunten waren die de verwachting rechtvaardigden dat op korte termijn tot uitzetting kon worden overgegaan. Hierdoor kon verweerder niet langer tegenwerpen dat eiseres niet voldoende meewerkte aan haar uitzetting. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de onmiddellijke opheffing van de maatregel van bewaring, waarbij eiseres recht had op schadevergoeding voor de onrechtmatige bewaring van één dag. Tevens werden de proceskosten aan eiseres toegewezen.