In deze zaak, die op 12 oktober 2015 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde de Vereniging van Eigenaars (VVE) de Markthof een bedrag van in totaal € 503.636,96 van verschillende gedaagden, waaronder Markthof B.V., Markthof Appartementen, Markthof Parkeergarage en VVE Kantoorcomplex. De VVE stelde dat de gedaagden in verzuim waren met het betalen van hun bijdragen aan de VVE, die volgens het reglement van splitsing per kwartaal verschuldigd zijn. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij een tegenvordering hadden op de VVE, die voortkwam uit kosten die Markthof B.V. had gemaakt voor renovaties en onderhoud van het complex. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor de gevorderde geldvordering in kort geding. De voorzieningenrechter wees de vordering van de VVE af, omdat niet was voldaan aan de strikte criteria voor toewijzing van een geldvordering in kort geding. De VVE werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van Markthof B.V. c.s. werden begroot op € 4.680,-.