ECLI:NL:RBDHA:2015:15338
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toepassing van lijfsdwang voor alimentatieverplichtingen in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en haar man, waarbij de vrouw verlof heeft gevraagd om een beschikking tot voorlopige partneralimentatie ten uitvoer te leggen door middel van lijfsdwang. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.L. Hamburger, vorderde dat de man, die in gebreke bleef bij het betalen van de alimentatie, in gijzeling zou worden genomen totdat de achterstand van € 9.927,53 was voldaan. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.W. Bos-Hagens, voerde verweer en stelde dat hij niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van betalingsonmacht, maar van betalingsonwil. De rechtbank overwoog dat de man geen inzicht had gegeven in zijn financiële situatie en dat de vrouw in een noodsituatie verkeerde zonder eigen inkomen. De voorzieningenrechter verleende de vrouw verlof om de beschikking van 23 april 2015 ten uitvoer te leggen door middel van lijfsdwang, met een maximale duur van drie maanden. De kosten van de procedure werden door beide partijen zelf gedragen.