ECLI:NL:RBDHA:2015:15317
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete opgelegd aan eiseres wegens onjuiste aangifte alimentatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en een vergrijpboete. Eiseres, die in gemeenschap van goederen was gehuwd en drie kinderen had, ontving partneralimentatie van haar ex-echtgenoot. De inspecteur legde een navorderingsaanslag op omdat eiseres in haar aangifte voor het belastingjaar 2010 een te laag bedrag aan ontvangen alimentatie had opgegeven. Eiseres had in haar aangifte geen alimentatie vermeld en in een herziene aangifte slechts € 3.000 aan alimentatie aangegeven, terwijl uit bankafschriften bleek dat zij in totaal € 26.600 aan alimentatie had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht de navorderingsaanslag had opgelegd, omdat eiseres niet had aangetoond dat de ontvangen bedragen niet als alimentatie moesten worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiseres wist of had moeten weten dat het door haar aangegeven bedrag aan partneralimentatie te laag was, en bevestigde de vergrijpboete van 25% die aan eiseres was opgelegd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.