ECLI:NL:RBDHA:2015:1457
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en risico op schending van artikel 3 EVRM voor terugkeerders naar Somalië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag van eiser, die afkomstig is uit de buitenwijk Dharkenley in Mogadishu, Somalië. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De staatssecretaris stelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat zijn aanvraag gebaseerd was op feiten die grond vormen voor het verlenen van asiel. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 7 januari 2015 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Eiser betoogde dat hij bij terugkeer naar Mogadishu een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, omdat hij als terugkeerder uit het Westen door Al-Shabaab zal worden verdacht van spionage. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser geen reëel risico loopt. De voorzieningenrechter heeft daarbij verwezen naar recente ambtsberichten over de situatie in Somalië, waaruit blijkt dat terugkeerders uit het Westen door Al-Shabaab als verdacht worden beschouwd.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris niet kan standhouden en heeft het bestreden besluit vernietigd. Tevens heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak deed op het beroep. De staatssecretaris is veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.461,-.