Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
door hemheeft opgebracht of redelijkerwijze zou hebben opgebracht. Wat de groeimiddelen bij verkoop door eiser op de door hem beschreven wijze zouden hebben opgebracht, is dan ook niet relevant. De Staat heeft gemotiveerd aangevoerd dat het voor Domeinen, de bewaarder, niet mogelijk zou zijn geweest om de groeimiddelen te verkopen. Eiser heeft daartegenover onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het voor Domeinen wel degelijk mogelijk was op de bij Domeinen gebruikelijke verkoopwijze – die hier niet ter discussie staat – (in Nederland) tot verkoop van de groeimiddelen te komen. Op het etiket van de groeimiddelen staat immers vermeld “Liquid Organic Fertilizer ALOEVERA Based”. De voorzieningenrechter is met de Staat van oordeel dat het woord “Organic” in deze context betekent dat sprake is van een biologisch product. Eiser heeft erkend dat voor de verkoop van een dergelijk product in Nederland een zogenoemde Skal-certificering is vereist. Vaststaat dat een dergelijke certificering voor de groeimiddelen ontbrak. Voor zover eiser stelt dat de groeimiddelen een aanzienlijke prijs zouden hebben opgebracht bij pogingen van Domeinen om tot verkoop te komen, kan die stelling dan ook niet worden gevolgd. Gelet hierop is niet met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten dat de bodemrechter de vordering van eiser zal toewijzen.