Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van het besluit tot uitstel van de toegangsweigering
De beroepsgrond slaagt niet.
De beroepsgrond slaagt niet.
“overeenkomstig artikel 43”- zijnde de grensprocedure - wordt gevoerd. Om die reden geeft de door eiser genoemde mededeling van de Commissie evenmin aanleiding om te concluderen dat een “voor-toets” is vereist.
De beroepsgrond slaagt niet.
“Ik heb geen enkele reden waarom in [lees: ik] niet in een gesloten centrum kan verblijven.”Eiser betwist dit ooit te hebben verklaard. Dit standpunt wordt onderbouwd door de verschillende medische stukken in het dossier, waaronder de signaleringslijst psychische klachten van 8 oktober 2015 en de adviezen van FMMU van 10 en 12 oktober 2015. Uit deze laatste adviezen blijkt dat betrokkene veel last heeft van stress, hetgeen zich uit in lichamelijke trillingen. Eiser is van mening dat deze klachten reeds aanwezig waren bij zijn aankomst. De klachten zijn meteen opgemerkt door gemachtigde en vastgelegd in de signaleringslijst enwaargenomen tijdens de start van het eerste gehoor. In onderhavig geval is aldus niet getoetst of met lichter middel had kunnen worden volstaan, terwijl verweerder op grond van de uitspraak van de Afdeling op grond van het arrest Mahdi van 5 juni 2014, (C-146/14 PPU, Mahdi, JV 2014/230) heeft bepaald dat bij de toepassing van grensbewaring verweerder de plicht heeft om te motiveren waarom niet is volstaan met een lichter middel.
Niet is van bijzondere, individuele omstandigheden gebleken die aanleiding zouden zijn om van oplegging van de maatregel af te zien en daarmee het grensbewakingsbelang prijs te geven. De vreemdeling heeft in dit verband (enkel) aangevoerd:
door de vreemdeling aangevoerde omstandigheden)
overwegingen ambtenaar waarom er niet is gekozen voor de toepassing van een lichter middel dan vrijheidsontneming)
derdelander heeft geen enkel feit aangedragen. Hierom besloten geen lichter middel op te leggen.
- en daarmee van het toepassen van de grensprocedure - moest worden afgezien en evenmin genoegzaam is gebleken dat verweerder aan eiser concrete vragen over mogelijke bijzondere feiten of omstandigheden heeft gesteld en welke concrete antwoorden eiser daarop heeft gegeven, heeft verweerder nagelaten voldoende kennis te vergaren ten aanzien van de af te wegen belangen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 24 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3083).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op € 720,- als schadevergoeding aan eiser te betalen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 980,- te betalen.