Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 22 oktober 2014, waarbij is toegestaan ZTE te dagvaarden in een procedure volgens het versnelde regime in octrooizaken;
- de dagvaarding van 23 oktober 2014;
- de producties bij VRO nietigheidsdagvaarding van 28 januari 2015 met producties E1-E17;
- de conclusie van antwoord tevens akte houdende overlegging producties van 8 april 2015 met producties GP 1-10;
- de akte houdende overlegging nadere producties Z18 en Z19 van ZTE van 15 juli 2015;
- de akte houdende overlegging producties GP 11-13 van Vringo van 4 september 2015 ingekomen op 10 augustus 2015;
- de brief van 24 augustus 2015 van ZTE dat partijen overeenstemming hebben over de 1019h Rv
- de brief van 28 augustus 2015 van Vringo waarin mr. Van den Broek bezwaar maakt tegen de late overlegging van productie 20 door ZTE en verzoekt het pleidooi van 4 september 2015 geen doorgang te laten vinden en de zaak uit het VRO-regime te verwijderen;
- de reactie daarop van ZTE van 1 september 2015;
- de reactie daarop van Vringo van 1 september 2015;
- de email van de rechtbank van 1 september 2015 waarin is medegedeeld dat de zitting doorgang zal vinden en er vooralsnog geen reden is de zaak uit het VRO-regime te verwijderen, terwijl over de toelaatbaarheid van ZTE productie 20 ter zitting zal worden besloten;
- de mondelinge behandeling van 4 september 2015;
- de pleitnota van ZTE;
- de pleitnota van Vringo.
2.De feiten
method for transmitting a sequence of symbols”, verleend op een aanvrage van 6 juli 2000 met inroeping van de prioriteitsdatum 9 juli 1999. EP 119 is verleend op 19 mei 2004 en van kracht voor onder meer Nederland.
- a frame is constructed of a certain number of consecutive symbols,
- the symbols belonging to the sequence are transmitted (404, 502, 606) using two antennas and
- the transmission of the sequence of symbols is characterized (401, 601) with a certain transmission pattern,
- the transmission of the sequence of symbols is started (402) from a predefined antenna,
- each symbol of the sequence is transmitted using not more than one of said two antennas, whereby only one antenna is transmitting at a time, and
- when a partial transmission pattern is used in the end of a frame, the transmission pattern is started (403, 405) from the beginning in the beginning of a next frame.
2.A method (500, 600) according to claim 1, where
- the length of the transmission pattern is shorter than the length of a frame, and
- the length of the frame is not a multiple of the length of the transmission pattern,
- the transmission pattern is repeated (502) until the length of the rest of the frame, which length is the length of the transmission pattern multiplied by the number of the repetition times within the frame subtracted from the length of the frame, is less than the length of the transmission pattern and
- thereafter only a certain part, whose length is the length of the rest of the frame, of the transmission pattern is used (503).
characterized in thatthe part of the transmission pattern is selected (609) from the beginning of the transmission pattern.
characterized in thatthe length of the transmission pattern is an even number and the length of the frame is an odd number.
characterized in thatthe transmission pattern is an alternating pattern and the length of the transmission pattern is two.
characterized in thatone symbol belonging to the sequence of symbols is transmitted in each time slot.
characterized in thatmore than one symbol belonging to the sequence of symbols is transmitted in each time slot.
characterized in thatin at least one of the time slots no symbol belonging to the sequence of symbols is transmitted.
characterized in thatthe length of the transmission pattern is larger than the length of the frame.
characterized in thatthe transmission of the sequence of symbols is started from the primary antenna that transmits the common pilot signal.
characterized in thatthe sequence of symbols is transmitted in downlink direction in a cellular network.
characterized in thatit further comprises
- indication means (702) for indicating the antenna from which to transmit the first symbol belonging to the sequence,
- means for arranging the transmission of each symbol of the sequence using not more than one of said two antennas, whereby only one antenna is transmitting at a time, and
- starting means (703) for starting the transmission pattern from the beginning in the beginning of a next frame, when a partial transmission pattern is used in the end of a frame.
characterized in thatit comprises an arrangement (700) according to claim 12.
characterized in thatit is a radio network controller of a spread spectrum system.
characterized in thatit is a base station of a spread spectrum system and comprises at least two antennas (721, 722).
- een frame opgebouwd is uit een aantal opeenvolgende symbolen,
- de bij een reeks behorende symbolen verzonden (404, 502, 606) worden door gebruik te maken van twee antennes, en
- de verzending van een reeks symbolen gekarakteriseerd (401, 601) wordt door een
met het kenmerk dat
- de verzending van de reeks symbolen wordt gestart (402) vanaf een vooraf bepaalde antenne,
- elk symbool van de reeks verzonden wordt door gebruik te maken van niet meer
- de lengte van het verzendingspatroon korter is dan de lengte van een frame, en
- de lengte van een frame niet een veelvoud is van de lengte van het verzendingspatroon,
- het verzendingspatroon herhaald (502) wordt totdat de lengte van de rest van het frame, welke lengte de lengte is van het verzendingspatroon vermenigvuldigd met het aantal herhalingskeren binnen het frame afgetrokken van de lengte van het frame, kleiner is dan de lengte van het verzendingspatroon, en
- daarna slechts een bepaald deel, waarvan de lengte de lengte is van de rest van het frame, van het verzendingspatroon gebruikt (503) wordt.
met het kenmerk dathet deel van het verzendingspatroon geselecteerd (609) wordt vanaf het begin van het verzendingspatroon.
met het kenmerk datde lengte van het verzendingspatroon een even getal is en de lengte van het frame een oneven getal is.
met het kenmerk dathet verzendingspatroon een alternerend patroon is en de lengte van het verzendingspatroon twee is.
met het kenmerk dateen bij de reeks symbolen behorend symbool verzonden wordt in elke tijdruimte.
met het kenmerk datmeer dan een bij de reeks symbolen behorend symbool verzonden wordt in elke tijdruimte.
met het kenmerk datin tenminste een van de tijdruimtes geen bij de reeks van symbolen behorend symbool wordt verzonden.
met het kenmerk datde lengte van het verzendingspatroon groter is dan de lengte van het frame.
met het kenmerk datde verzending van de reeks symbolen gestart wordt vanaf de primaire antenne die het gemeenschappelijke stuursignaal (pilot signal) verzendt.
met het kenmerk datde reeks van symbolen verzonden wordt in een neerwaartse verbindingsrichting in een cellulair netwerk.
met het kenmerk datde rangschikking verder omvat:
- middelen voor het rangschikken van de verzending van elk symbool van de reeks gebruikmakend van niet meer dan een van de twee antennes, waardoor slechts een antenne per moment uitzendt, en
- startmiddelen (703) voor het starten van het verzendingspatroon vanaf het begin in
met het kenmerk dathet een rangschikking (700) volgens conclusie 12 omvat.
met het kenmerk dathet een radionetwerkbesturingseenheid van een uitspreidspectrumsysteem is.
met het kenmerk dathet een basisstation van een uitspreidspectrumsysteem is en ten minste twee antennes (721, 722) omvat.
hwhen the despread signal is processed. An estimate
ĥfor the channel coefficient can be determined by comparing the received pilot symbols to the known transmitted pilot symbols. The channel coefficient may be assumed to be constant during the time over which the pilot symbol and the studied symbol are transmitted.
hrepresents the complex channel coefficient
sSCH represents the synchronization symbol and
nrepresent the noise.
ĥ*
hand the term related to noise. From here it is quite straightforward to infer the value of the synchronization symbol.
ĥ2 determined from the primary pilot and the signal transmitted by the secondary transceiver has to be processed with the channel coefficient estimate
ĥ2 determined from the auxiliary pilot. Not knowing from which antenna a certain symbol is transmitted causes unnecessary interference to the decision which symbol was sent [3] In case of synchronization symbols, this may cause that the mobile station cannot utilize the transmission diversity of, for example, the common control information for enhancing the quality of the received signal. Consequently, if the transmission diversity is in use, but the receiver does not notice this, the quality of the received common control signal may be poorer than in a case where no transmission diversity is applied.
- a frame is constructed of a certain number of consecutive symbols,
- the symbols belonging to the sequence are transmitted using two antennas and
- the transmission of the sequence of symbols is characterized with a certain transmission pattern,
- the transmission of the sequence of symbols is started from a predefined antenna and
- when a partial transmission pattern is used in the end of a frame, the transmission pattern is
baseband unitsvan het type ZXSDR B8200 GU 360 (hierna: B8200) en
remote radio unitsvan het type ZXSDR R8880A (hierna: R8880A). B8200’s en R8880A’s zijn bestemd voor installatie in een UMTS-basisstation voor mobiele telecommunicatie van het type ZXSDR BS8700 (hierna: BS8700).
'Dass der Erfolg der Nichtigkeitsklage wahrscheinlicher wäre als deren Misserfolg, kann die Kammer vorliegend nicht feststellen').'Het gerecht zag evenmin aanleiding de procedure aan te houden in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen met betrekking tot de FRAND-problematiek door het Hof van Justitie van de Europese Unie, omdat ZTE hoe dan ook niet als voldoende serieus onderhandelaar over een FRAND-licentie werd gezien. Het verzoek van ZTE om de tenuitvoerlegging van dit vonnis te schorsen werd bij beslissing van het Oberlandesgericht Karlsruhe van 19 februari 2014 afgewezen. In een voorlopige opinie van 23 juli 2015 heeft het BGH vooralsnog aangegeven het octrooi geldig te achten.
3.Het geschil
3GPP Technical Specification 125.211(verder: TS 25.211 v2.1.0) en in het licht van een artikel van [A] e.a. met als titel
Transmission Diversity in Wideband CDMA(verder: [A] ). Indien toch nieuw zijn conclusies 1, 12 en 13 van het octrooi niet inventief uitgaande van TS 25.211 V2.1.0 of [A] in combinatie met het 3GPP-werkgroep voorstel TSGR1#5(99)677 [6] . De afhankelijke conclusies zijn volgens ZTE evenmin nieuw, althans voegen niets inventiefs toe. Bovendien bevatten alle conclusies van EP 119 toegevoegde materie ten opzichte van de aanvrage zoals ingediend, internationale aanvrage WO 01/05061, indien de uitleg van Vringo van de conclusies wordt gevolgd. Indien ZTE’s uitleg wordt gevolgd, is geen sprake van inbreuk, waarop de subsidiaire vordering ziet.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
Universal Mobile Telecommunications System) is een derde generatie (3G) communicatietechnologie voor mobiele telecommunicatienetwerken en is de opvolger van GSM (
Global System for Mobile Communications, oorspronkelijk
Groupe Spécial Mobile), de tweede generatie (2G) mobiele communicatietechnologie.
transceiver, ook wel aangeduid met de term
cell siteof basisstation. De communicatieverbinding van het basisstation naar de mobiele stations wordt aangeduid met de term “
downlink”, en de communicatieverbinding van de mobiele stations naar het basisstation met de term “
uplink”.
common channels”. Hiertoe behoren de zogenaamde
commoncontrolchannels, die besturingsinformatie (
control information) verzenden. Een voorbeeld van dergelijke besturingsinformatie, is informatie met betrekking tot het logische
“Broadcast Control Channel”(BCCH). In een WCDMA systeem, zoals UMTS, wordt deze
common controlinformatie gemoduleerd met een code, de zogenaamde
spreading code. Deze bestaatmeestal uit twee onderdelen: een (lange) “
scrambling code” Cs en een (korte) “
channelization code”Cc. De
scrambling codeCs wordt door het mobiele station gebruikt om kanalen van
verschillendebasisstations van elkaar te onderscheiden; de
channelization codeCc wordt door het mobiele station gebruikt om verschillende kanalen van
hetzelfdebasisstation van elkaar te onderscheiden (vgl. paragraaf [0006] van het octrooi).
common channelsdie worden gebruikt in het UMTS-systeem, te weten (1) een
primary common control physical channel(PCCPCH), (2) een
synchronization channel(SCH) en (3) een
common pilot channel(CPICH):
primary common control physical channel (PCCPCH) wordt door het netwerk gebruikt om
common controlinformatie aan de mobiele stations te verzenden, zoals informatie met betrekking tot het
Broadcast Control Channel(BCCH). Het mobiele station heeft de BCCH-informatie nodig om bijvoorbeeld de communicatie met het netwerk op te starten en om een zogenaamde
handoverte kunnen uitvoeren van het ene naar het andere basisstation (vgl. paragraaf [0013] van het octrooi). Zoals hiervoor werd aangegeven, wordt de informatie op het PCCPCH gemoduleerd met een zgn.
scrambling codeCs en een
channelization codeCc. Het mobiele station dient het gemoduleerde signaal dus eerst te decoderen, voordat het in staat is om de ontvangen informatie te verwerken.
time slots” omvatten (in Figuur 2 aangeduid met verwijzingsnummer 210).
framesen de
time slotste kunnen vaststellen (en tot een juiste decodering te komen van het ontvangen signaal), maakt het mobiele station gebruik van synchronisatie-informatie, die in een UMTS-systeem aan de mobiele stations wordt verzonden via het zogenaamde synchronisatiekanaal (SCH). De synchronisatie-informatie wordt door het SCH verzonden in de vorm van zgn.
“synchronization symbols” (vgl. paragraaf [0002] slot van het octrooi). De synchronisatiesymbolen kunnen in elk
time slotvan elk frame worden verzonden en kunnen een zgn.
primairesynchronisatiecode omvatten (in Figuur 2 aangeduid met verwijzingsnummer 203) en een
secundairesynchronisatiecode (in Figuur 2 aangeduid met verwijzingsnummer 204). In het UMTS-systeem worden de
primairesynchronisatiecodes (PSC) aan de mobiele stations verzonden via een eerste sub-kanaal van het SCH, het zgn. primaire synchronisatiekanaal (of
“Primary SCH”), en de
secundairesynchronisatiecodes (SSC) via een tweede sub-kanaal van het SCH, het zgn. secundaire synchronisatiekanaal (of
“Secondary SCH”).
time slotsvast te stellen, terwijl het mobiele station op basis van de secundaire synchronisatiecodes het begin van de
frameskan bepalen. Daarnaast geven de secundaire synchronisatiecodes het mobiele station de
scrambling code-groep door, waartoe de
scrambling codebehoort die het basisstation gebruikt (paragraaf [0011] van het octrooi). Zoals hiervoor werd uitgelegd, heeft het mobiele station deze informatie nodig om de
common controlinformatie van dit basisstation te kunnen decoderen en verwerken. Een nauwkeurige vaststelling van de synchronisatiesymbolen is dus belangrijk voor een juiste decodering van de ontvangen signalen op de andere kanalen.
h).
schattingte maken van voornoemde kanaalcoëfficiënt. Dat is een zgn.
channel coefficient estimate(aangeduid als
ĥ) (zie paragraaf [0012] van het octrooi).
channel coefficient estimatekan door het mobiele station worden afgeleid van het stuursignaal dat wordt verzonden op het
common pilot channel(CPICH). Via het CPICH worden stuursymbolen verzonden, die van tevoren zijn vastgesteld en die bekend zijn aan het mobiele station. Het mobiele station stelt het
channel coefficient estimatevast door de
ontvangenstuursymbolen te vergelijken met de bekende (
verzonden) stuursymbolen en te bepalen welke veranderingen zijn opgetreden tijdens het verzenden van het stuursignaal. Dit
estimate– dat door het mobiele station bijvoorbeeld per time slot kan worden vastgesteld - wordt vervolgens als maat gebruikt voor de veranderingen die optreden bij het verzenden van de andere signalen door het basisstation aan het mobiele station (zoals bijvoorbeeld die op het SCH).
channel coefficient estimatestelt het mobiele station aldus in staat om de van het basisstation ontvangen informatie nauwkeurig te bepalen, waaronder de synchronisatiesymbolen die aan het mobiele station worden verzonden via het synchronisatiekanaal (SCH) en de
common control informationdie aan het mobiele station wordt verzonden via het
primary common control physical channel” (PCCPCH) (vgl. bijv. de paragrafen [0018]–[0019] van het Octrooi).
enkeleantenne, waarmee informatie aan de mobiele stations in de cel wordt verzonden. Bij toepassing van “
transmit diversity” maakt het basisstation gebruik van
meer dan éénantenne voor het verzenden van informatie aan de mobiele stations (vgl. paragraaf [0004] van het octrooi).
transmit diversitymet gebruikmaking van twee antennes (TX1 en TX2). Net als Figuur 2, toont Figuur 3 een
primary common control physical channel(PCCPCH), een synchronisatiekanaal (SCH) en een
pilot signal(CPICH):
common pilot signal(CPICH) (aangeduid met verwijzingscijfer 201) verzonden en via TX2 wordt een hulpstuursignaal (“Aux. pilot”) (aangeduid met verwijzingscijfer 301) aan de mobiele stations verzonden. Voor de verzending van de signalen op de andere twee getoonde kanalen (SCH en PCCPCH), wordt gebruik gemaakt van
transmit diversity. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee typen van
transmit diversity:
Time switched transmit diversity(“TSTD”) wordt gebruikt voor de verzending van synchronisatiesymbolen aan het mobiele station via het SCH. In het voorbeeld van Figuur 3 worden beide antennes gebruikt voor het verzenden van de synchronisatiesymbolen (302 via TX 1 en 303 via TX2), en vindt de verzending plaats in een alternerend transmissiepatroon (eerst transmissie van 302 via TX1, dan transmissie van 303 via TX2, etc.). Vgl. paragraaf [0015] van het octrooi:
Space time transmit diversity("STTD") wordt gebruikt voor het verzenden van
common controlinformatie aan het mobiele station via het
primary common control physical channel(PCCPCH). In het voorbeeld van Figuur 3 worden beide antennes gebruikt voor het verzenden van informatie via het PCCPCH en vindt die verzending gelijktijdig plaats. Zie paragraaf [0016] van het octrooi:
The common control information may also be transmitted from both antennas TX1 and TX2. In this case the BCCH information, for example, is encoded before it is transmitted over the PCCPCH channel. Space time transmit diversity (STTD), for example, specifies that from the primary antenna TX1 the symbols are transmitted as such, i.e. the sequence of transmitted symbols is S1, S2, S3, S4 … From the second antenna TX2 the sequence of transmitted symbols starts in the following way: -S2*, S1*, -S4*, S3*, …, where the asterisk indicates the complex conjugate.”
transmit diversitywordt toegepast, dient daarom bij voorkeur (net als in Figuur 3 van het octrooi en in TS 125.211) vanaf elke antenne een verschillend stuursignaal te worden verzonden zodat het mobiele station voor elke antenne een afzonderlijk
channel coefficient estimatekan vaststellen. Dit
channel coefficient estimatewordt dan toegepast op de signalen die van die betreffende antenne afkomstig zijn. Zie hiervoor in Figuur 3 en vgl. paragraaf [0014] van het octrooi:
When transmission diversity is employed, there are two antennas where the information may be transmitted. It is preferable that each antenna transmits its own pilot signal, so that the channel coefficient estimates can be determined for each antenna.”
channel coefficient estimateĥ1, dat is vastgesteld op basis van het
common pilot signal(CPICH) van antenne TX1, en het signaal dat afkomstig is van antenne TX2, met gebruikmaking van
channel coefficient estimateĥ2, dat is vastgesteld op basis van het hulpstuursignaal (Aux. pilot) van antenne TX2.
channel coefficient estimateĥ dient te worden gebruikt voor het verwerken van het ontvangen signaal. Zie bijvoorbeeld paragraaf [0020] van het octrooi:
Consider, for example, a situation where a certain sequence of symbols is transmitted once in every time slot, and a frame consists of an odd number of time slots. If the symbols belonging to the sequence are transmitted using a time switched diversity scheme, two diversity antennas are used and the transmission pattern is an alternating pattern, in a certain time slot the symbol belonging to the sequence is transmitted from one antenna in every other frame and in the rest of the frames from the other antenna. Therefore the mobile station does not know which channel coefficient estimate to use for a symbol sent in a certain time slot with a time switched transmission scheme.”
transmit diversity, in het bijzonder TSTD, waarbij het mobiele station in staat is om ondubbelzinnig vast te stellen vanaf welke antenne een tot die reeks behorend symbool werd verzonden (vgl. paragraaf [0022] van het octrooi).
channel coefficient estimatehet dient toe te passen voor het verwerken van de ontvangen informatie. Vgl. bijvoorbeeld paragrafen [0028] en [0029] van het octrooi:
In the method according to the invention the antenna to transmit the first symbol belonging to the sequence is predefined. This means that a certain physical antenna is associated to the first antenna of the transmission pattern.The receiver thus knows which of the pilot signals is transmitted by the same antenna as the first symbols of the sequence, and it may use the correct channel coefficient estimate in processing the first symbol of the sequence. If, for example, the first symbol is transmitted using the primary antenna that transmits the common pilot, the channel coefficient estimate determined from the common pilot is used to process the received first symbol. Further in the method according to the invention, the transmission pattern is started from the beginning in the beginning in each frame. Even if the receiver starts to receive the signal in the middle of the transmission, it knows explicitly that in each frame the first symbol belonging to the sequence is transmitted using a predefined antenna, for example, the primary antenna.”
met het kenmerk dat
wanneer’) in conclusie 1, passeert de rechtbank het verweer van Vringo dat er geen grond is om TSGR1#5(99)677 (waarin dat partieel verzendingspatroon wordt geopenbaard) te combineren met TS 25.211 V2.1.0. In TSGR1#5(99)677 is het voornemen geuit om TS 25.211 V2.1.0 te wijzigen door toepassing van een partieel verzendingspatroon in de (concept) UMTS standaard. Er werd immers aangegeven dat van 16 naar 15 slots per frame moest worden gegaan, terwijl het verzendpatroon in de concept standaard (zie figuur 17 hiervoor) 1,2 was. De vakman zou die documenten op de prioriteitsdatum derhalve in samenhang lezen en uitgaan van een partieel verzendingspatroon bij toepassing van TSTD. Juist voor die situatie beoogt het octrooi een oplossing te bieden.
channel coefficient, welke een afspiegeling is van de kwaliteit van de ontvangst en eventuele faseverschuiving door bijvoorbeeld obstakels (verschillend voor elke antenne), dient te bepalen. De omstandigheid waar Vringo op wijst dat er publicaties van voor de prioriteitsdatum zijn waarin de UE bij TSTD niet weet welke antenne zendt (zie paragrafen 12 en 13 verklaring [B] en pleitnota nrs. 77-80), doet daaraan onvoldoende af, al niet omdat in die publicaties de a-coëfficiënt, die volgens Vringo juist dit probleem “triggerde”, niet wordt genoemd. Als gezegd, was die a-coëfficiënt bij TS 25.211 V2.1.0 echter reeds een gegeven. Bovendien wordt ook in de publicatie van [A] , die Vringo daarbij aanhaalt, reeds benoemd in paragraaf 5.1 dat er problemen ontstaan als de mobiele telefoon niet weet dat er sprake is van TSTD bij de toepassing van algoritmen om de
channel coefficientste bepalen:
channel coefficient estimate, noch van de zendende antenne nodig zijn. De rechtbank acht deze stelling in tegenspraak met de tevens door haar ingenomen en hiervoor reeds besproken stelling dat de a-coëfficiënt (die – het zij herhaald – ook in deze concept standaard al voorkwam) maakte dat de UE thans wèl moest weten welke antenne uitzendt en een
channel coefficientdiende te berekenen. Het volgens Vringo voorts niet onderkende probleem in TS 25.211 V2.1.0 dat de a-coëfficiënt dezelfde was in de PSC [9] en de SSC [10] (pleitnota nr. 100) kan de rechtbank niet plaatsen: ook dit was al een gegeven in die concept standaard, daargelaten dat Vringo niet heeft gewezen op een passage in het octrooi waar dit probleem is beschreven (paragrafen [0010] en [0011] refereren aan figuur 2, dat behoort tot de stand van de techniek). Hetzelfde geldt voor het in nr. 102 van de pleitnota door Vringo genoemde punt dat er via beide antennes bij STTD voor de PCCPCH tegelijkertijd wordt uitgezonden, waar de SCH (gemoduleerd met de a-coëfficiënt) via TSTD (derhalve) alternerend werd verzonden. Die optie was ook al in TS 25.211 V2.1.0 terug te lezen (5.3.3.3.1 en figuur 17, waarbij PSC is aangeduid met Cp en SSC met Cs).
TSTD of SCH is also affected by the 15-slot structure. SCH transmission starts from a different antenna between even and odd frames' (email van 17 juni 1999). Hij deed ook een voorstel voor een oplossing van dat probleem: ‘
This is just a proposal linking transmission antennas to whether the frame number is even or odd.’ (email van 23 juni 1999, productie 10 Vringo)
the15 slot problem in TSTD”(onderstreping toegevoegd, rb) toen hij de oplossing volgens het octrooi aan de werkgroep presenteerde, overigens op de dag van de voorrangsdatum.
antenna hopping(het alternerend verzendpatroon) doorgezet met de melding dat elk oneven frame begint bij antenne 1 en elk even frame bij antenne 2. Dit is de oplossing die aanvankelijk in de werkgroep werd voorgesteld. Beide oplossingen liggen voor de vakman voor de hand, zo heeft ZTE afdoende toegelicht. De keuze voor één van deze voor de hand liggende oplossingen is niet inventief.