AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Woningoverval met dodelijke afloop en toerekening van de dood aan de verdachte
Op 22 oktober 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte werd beschuldigd van een woningoverval die resulteerde in de dood van een slachtoffer. De overval vond plaats op 4 augustus 2014 in Rijnsburg, waarbij de verdachte samen met anderen de woning binnendrong. Tijdens de overval werd het slachtoffer, [slachtoffer 1], ernstig bedreigd en uiteindelijk overleden aan de gevolgen van een hartinfarct, dat volgens deskundigen mogelijk werd veroorzaakt door de stress van de overval. De rechtbank moest beoordelen of er een causaal verband was tussen de overval en de dood van het slachtoffer. De officier van justitie stelde dat de verdachte als medepleger van de overval moest worden aangemerkt, terwijl de verdediging betoogde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de dood van het slachtoffer.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door zijn actieve rol tijdens de overval, een nauwe en bewuste samenwerking had met zijn mededaders. De rechtbank concludeerde dat de overval een onmisbare schakel was in de gebeurtenissen die leidden tot de fatale hartritmestoornis van het slachtoffer. De rechtbank vond dat de verdachte en zijn mededaders de slachtoffers aan hun lot hadden overgelaten, waardoor de kans op tijdig medisch ingrijpen aanzienlijk was verkleind. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan diefstal met geweld, waarbij de dood van het slachtoffer het gevolg was.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van zeven jaren op, rekening houdend met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de omstandigheden waaronder de overval had plaatsgevonden. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], voor de geleden schade als gevolg van de overval.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2014176674, van de politie Eenheid Den Haag, onderzoek Lima 14, met bijlagen.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 augustus 2014, ambtshandelingen dossier, p. 22.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2014, ambtshandelingen dossier, p. 18.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 augustus 2014, ambtshandelingen dossier, p. 30.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 5 augustus 2014, getuigen dossier, p. 38 en 41-42.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 augustus 2014, ambtshandelingen dossier, p. 32.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 12 januari 2015, aanvullend dossier, p. 11-12.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 8 augustus 2014, getuigen dossier, p. 107.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 20 januari 2015, aanvullend dossier, p. 14.
10.Proces-verbaal uitwerking verhoor [medeverdachte 1] van 18 november 2014, d.d. 26 november 2014, verdachten dossier, p. 198-199.
11.Proces-verbaal uitwerking verhoor [medeverdachte 1] van 18 november 2014, d.d. 26 november 2014, verdachten dossier, p. 204.
12.Proces-verbaal verhoor verdachte door de rechter-commissaris d.d. 15 april 2015, onder punten 6, 8 en 16.
13.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2015.
14.Een geschrift, te weten een rapport Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 10 oktober 2014, opgemaakt en ondertekend door A. Maes, arts en patholoog, NFI-deskundige forensische pathologie, dossier forensisch onderzoek, bijlage 7.
15.Een geschrift, te weten het verslag van de forensisch arts D. Botter d.d. 22 december 2014, dossier forensisch onderzoek, bijlage 11.
16.Verklaring van deskundige D. Botter ter terechtzitting van 7 oktober 2015.
17.Verklaring van deskundige D. Botter ter terechtzitting van 7 oktober 2015.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 5 augustus 2014, getuigen dossier, p. 42-43.