In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen Partycentrum Groenoord B.V. en de gemeente Leiden. De rechtbank heeft het beroep van eiseres, Partycentrum Groenoord B.V., gegrond verklaard en het bestreden besluit van de gemeente vernietigd. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente waarin haar werd gelast het gebruik van het partycentrum te staken, omdat dit in strijd zou zijn met het bestemmingsplan 'Leiden Noord'. De rechtbank oordeelde dat het gebruik van het pand als partycentrum niet in strijd was met de verleende vergunningen en dat de gemeente niet bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en de proceskosten moet vergoeden tot een bedrag van € 2.205,00.
Het proces begon met een besluit van de gemeente op 18 oktober 2013, waarin eiseres werd gelast om het gebruik van het partycentrum te staken. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de gemeente verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zittingen is er uitgebreid gediscussieerd over de vergunningen en het gebruik van het pand. De rechtbank concludeerde dat het gebruik als partycentrum onder de bestaande vergunning viel en dat de gemeente niet kon handhaven. De rechtbank heeft de zaak in het openbaar behandeld en de uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer.