Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
- Perceel 1: Bloedafname naalden
- Perceel 2: Vlindernaalden
- Perceel 3: Hypodermische naalden, insulinenaalden en opzuignaalden
- Perceel 4: Naaldcontainers
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Greiner Bio-One B.V. en het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Greiner had deelgenomen aan een Europese aanbesteding voor de levering van naalden en naaldcontainers, maar haar inschrijving werd door Erasmus MC terzijde gelegd omdat deze niet voldeed aan de gestelde eisen. Greiner vorderde in kort geding dat de aanbesteding zou worden gestaakt en opnieuw zou worden aanbesteed, omdat zij meende dat de afwijzing onterecht was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Erasmus MC de inschrijving van Greiner terecht ongeldig had verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisen in het Aanbestedingsdocument duidelijk waren en dat Greiner niet had voldaan aan de Knock Out-criteria, met name met betrekking tot de veiligheid van de naalden en de waterdichtheid van de naaldcontainers. Greiner had betoogd dat de tests die door Erasmus MC waren uitgevoerd niet in overeenstemming waren met het beoogde gebruik van de producten, maar de rechtbank oordeelde dat de tests wel degelijk conform de eisen waren uitgevoerd.
De rechtbank concludeerde dat de inschrijving van Greiner op de percelen 1 en 4 terecht terzijde was gelegd en wees de vorderingen van Greiner af. Tevens werd Greiner veroordeeld in de kosten van het geding. Deze uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de gestelde eisen in aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor inschrijvers om goed geïnformeerd te zijn over de voorwaarden van de aanbesteding.