Uitspraak
Alimentatie en voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
Beschikking op het op 30 juli 2015 ingekomen verzoek van:
[verzoeker]
[verweerster],
Procedure
Verzoek
Feiten
- Partijen zijn gehuwd geweest van [datum] tot [datum].
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- De minderjarigen verblijven thans bij de vrouw.
- Bij beschikking van deze rechtbank d.d. [datum] is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Hierbij is een door partijen getroffen regeling van hun betrekkingen na de echtscheiding opgenomen en overeenkomstig die regeling de door de man te betalen partneralimentatie en kinderalimentatie bepaald op respectievelijk
- Als gevolg van de wijziging van rechtswege ingevolge artikel 1:402a van het Burgerlijk Wetboek bedraagt de door de man te betalen partneralimentatie en kinderalimentatie thans respectievelijk € 224,74 per maand en € 280,94 per kind per maand.
Beoordeling
artikel 223 Rv worden verzocht (Hoge Raad d.d. 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3533).
€ 25,- per kind per maand voor de duur van de bodemprocedure is in het kader van artikel 223 Rv slechts plaats, indien naar het oordeel van de rechtbank er een voldoende (spoedeisend) belang bestaat, in die zin dat van de man niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de hoofdzaak afwacht. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer op grond van eindbeslissingen in de hoofdzaak al vast staat dat het provisioneel verzochte uiteindelijk in de hoofdzaak zal worden toegewezen. Daarnaast dient de rechtbank de belangen van partijen af te wegen tegen de achtergrond van de te verwachten resterende duur van de hoofdzaak en van de proceskansen daarin.