In deze zaak heeft eiser, die enige jaren in de Verenigde Staten heeft gewoond, een kort geding aangespannen tegen Google Netherlands B.V. en Google Inc. met het verzoek om een online artikel en een foto van hem te verwijderen. Het artikel, gepubliceerd op een misdaadblog, bevatte informatie over een rechtszaak waarin eiser betrokken was, evenals een foto van eiser met afgedekte ogen. Eiser stelt dat het artikel onjuistheden bevat en zijn privacy, eer en goede naam schaadt. De voorzieningenrechter heeft de procedure in het kort geding behandeld, waarbij verschillende stukken en correspondentie tussen partijen zijn ingediend. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met argumenten over de onrechtmatigheid van de publicatie en de schade die hij lijdt door de publicatie van het artikel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Google Inc. de weblogdienst Blogger aanbiedt en dat zij in dit geval als 'informatiemaatschappij' moet worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vorderingen van eiser beoordeeld aan de hand van artikel 6:196c lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een internetprovider niet aansprakelijk is voor onrechtmatige informatie, mits zij niet op de hoogte is van het onrechtmatige karakter van die informatie. De rechtbank oordeelde dat het artikel geen onmiskenbaar onrechtmatig karakter heeft en dat de vorderingen van eiser daarom moeten worden afgewezen. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.
De uitspraak benadrukt de grenzen van de aansprakelijkheid van internetproviders en de bescherming van de vrijheid van meningsuiting, zelfs in gevallen waarin de betrokkenheid van een persoon in een strafzaak wordt besproken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de publicatie van het artikel niet onrechtmatig was, en dat eiser geen recht had op de persoonsgegevens van de anonieme blogger. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten.