Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
26 maart 2015 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser(gemachtigde: J.L.M. Reijnen),
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
4 genoemde wettelijke regeling af te wijken en in plaats daarvan een ander percentage toe te passen dat meer zou aansluiten op de rente voor staatsobligaties. Ook de bestuursrechter kan hiervan niet afwijken. Dat, volgens eiser, de in rekening gebrachte rente onredelijk hoog is, kan hem niet baten. Het is de rechter ingevolge artikel 11 van de Wet algemene bepalingen immers niet toegestaan de innerlijke waarde of de billijkheid van wettelijke bepalingen als zodanig te toetsen, behoudens voor zover de wettelijke regeling in strijd zou zijn met een ieder verbindende verdragsbepalingen. Gesteld noch gebleken is dat dit in onderhavige zaak het geval is.
23 780, nr. 8, blz. 2 t/m 3). In dit verband is met 'indiener' bedoeld degene die voor zichzelf beroep instelt, respectievelijk namens wie beroep wordt ingesteld (ECLI:NL:HR:2010:BO7505).