ECLI:NL:RBDHA:2015:11103

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juli 2015
Publicatiedatum
24 september 2015
Zaaknummer
AWB - 15 _ 1992
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en geldigheid parkeervergunning

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [woonplaats 1], en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. Eiser had op 18 januari 2015 een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen van € 60, bestaande uit € 1 aan parkeerbelasting en € 59 aan kosten van de naheffing. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de handhaving van deze naheffingsaanslag door verweerder. Tijdens de zitting op 16 juli 2015 is eiser niet verschenen, ondanks een tijdige uitnodiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging correct is verzonden en dat eiser op de hoogte was van de zitting.

Het geschil betreft de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, met name of de parkeervergunning van eiser geldig was op de plaats waar zijn auto geparkeerd stond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto van eiser geparkeerd stond aan de [plek] te [woonplaats 2], buiten het vergunninggebied waar zijn parkeervergunning geldig was. De gemeente had eiser duidelijk geïnformeerd over de nieuwe gebiedsindeling, en de rechtbank concludeert dat eiser redelijkerwijs had moeten weten dat zijn vergunning daar niet geldig was.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, en heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/1992

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2015 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats 1] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser op 18 januari 2015 een naheffingsaanslag parkeerbelasting (aanslagnummer [nummer 1] ) opgelegd, ten bedrage van € 60, bestaande uit € 1 aan parkeerbelasting en € 59 aan kosten van de naheffing.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2015 te Den Haag.
Verweerder is vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] . Eiser is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 23 juni 2015 aan [eiser] op het adres [adres] , onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiser is, zonder bericht van verhindering, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief op
26 juni 2015 aan eiser is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.

Overwegingen

Feiten
1. Op 18 januari 2015 omstreeks 20:12 uur stond de auto van eiser met kenteken
[kenteken] geparkeerd aan de [plek] te [woonplaats 2] ter hoogte van paal [nummer 2] . Op deze plaats mag met een geldige parkeervergunning dan wel met een geldig parkeerkaartje worden geparkeerd.
2. Tijdens een controle op genoemd tijdstip heeft de parkeercontroleur geconstateerd dat er in de auto geen geldige parkeervergunning of geldig parkeerkaartje aanwezig was. Wel lag er in de auto van eiser een bewonersparkeervergunning voor het vergunninggebied “ [X] ” (gebiedscode [code] ).

Geschil3.In geschil is de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Meer specifiek in geschil is of het gebied waar de parkeervergunning van eiser geldig is, voldoende duidelijk is.

Beoordeling van het geschil
4. Verweerder heeft ter zitting gemotiveerd gesteld dat de auto geparkeerd stond aan de [plaats] . Deze parkeerplaats valt buiten het vergunninggebied “ [X] ” (gebiedscode [code] ). Naar het oordeel van de rechtbank is eiser na de herindeling duidelijk geïnformeerd over de nieuwe gebiedsindeling. Op de plattegrond die door de gemeente is verstrekt, is door middel van een stippellijn het gebied gemarkeerd waarbinnen de vergunning met gebiedscode [code] geldig is. Hieruit blijkt dat alleen het gedeelte van de [plek] tussen de [straat 1] en de [straat 2] binnen het vergunninggebied valt. De auto van eiser stond geparkeerd aan de [plek] ter hoogte van [Z] . Eiser had redelijkerwijs kunnen weten dat de vergunning daar niet geldig was.
5. Omdat de vergunning van eiser op de bewuste plaats niet geldig was en de parkeerbelasting niet op andere wijze is voldaan, is de naheffingsaanslag terecht opgelegd.
6. Gelet op het voorgaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
7 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. N. Djebali, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. van der Plas, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
27 juli 2015.
griffier rechter
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021,
2500 EA Den Haag.