ECLI:NL:RBDHA:2015:10595
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing executie alimentatiebeschikking in kort geding tussen ex-echtgenoten
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert de man de schorsing van de executie van een alimentatiebeschikking die door de rechtbank Utrecht is gegeven. De man en de vrouw zijn voormalige echtgenoten en hebben samen twee minderjarige kinderen. De man heeft sinds 2011 geen kinderalimentatie meer betaald en heeft in 2014 een procedure aangespannen om de alimentatie op nihil te stellen. De rechtbank heeft in een eerdere beschikking de kinderalimentatie per 1 januari 2015 op nihil gesteld, maar de vrouw heeft de beschikking van 2008, waarin de alimentatie was vastgesteld, aan de man laten betekenen. De man stelt dat hij geen inkomsten heeft en dat de executie van de beschikking van 2008 hem in een noodsituatie zal brengen, omdat hij zijn woning gedwongen moet verkopen. De vrouw voert verweer, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de man een gegronde reden heeft om de executie te schorsen, gezien de nieuwe feiten die zijn opgekomen na de eerdere beschikking. De voorzieningenrechter beslist dat de vrouw de executie van de beschikking van 2008 moet schorsen totdat het Gerechtshof uitspraak heeft gedaan in het hoger beroep van de man tegen de beschikking van 2015. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval de vrouw in gebreke blijft.