ECLI:NL:RBDHA:2015:10518
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake inschaling en bezoldiging recherchekundige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een recherchekundige, eiser, en de korpschef van de Politie, verweerder. Eiser, die als zij-instromer met eerdere inkomsten was aangesteld, betwistte de inschaling en bezoldiging die hem was toegekend. Bij besluit van 12 augustus 2014 was eiser medegedeeld dat hij, na het behalen van de vereiste kernopgaven, zou worden ingedeeld in een hogere salarisschaal. Eiser werd met ingang van 8 november 2013 bezoldigd naar schaal 8, maar hij maakte bezwaar tegen dit besluit en de salarisspecificatie van augustus 2014. Verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond en wijzigde de bevorderingsdatum naar 7 november 2013.
Eiser stelde dat hij naast de bevordering ook recht had op een periodieke verhoging in schaal 8, omdat zijn salaris in schaal 8 overeenkwam met het maximum van schaal 6. Verweerder stelde echter dat eiser correct was ingeschaald als aspirant en dat de regelgeving niet van toepassing was op zijn situatie. De rechtbank oordeelde dat de inschaling en toekenning van de periodieke verhoging correct waren uitgevoerd volgens de geldende regelgeving. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.