Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juni 2014 in de zaak tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [te P], verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft op 28 november 2013 telefonisch aangegeven geen gebruik te maken van de mogelijkheid om zijn bezwaren mondeling nader toe te lichten. Vervolgens heeft verweerder bij uitspraak op bezwaar van 16 december 2013 het bezwaar ongegrond verklaard.
pseudo-eindheffing hoog loon niet kan worden geheven over het loon van een aanmerkelijkbelanghouder die op basis van artikel 12a van de Wet een loon geniet dat hoger is dan € 150.000, dat de pseudo-eindheffing hoog loon in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (EP), dan wel met het gelijkheidsbeginsel dat is neergelegd in artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR, en dat de pseudo-eindheffing hoog loon voor haar een individuele en buitensporige last vormt.
Eiseres concludeert eiseres tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de af te dragen loonheffingen.
pseudo-eindheffing hoog loon. De rechtbank heeft dit verzoek bij brief van 18 maart 2014 afgewezen. De rechtbank ziet, het verzoek afwegend tegen het algemene procesbelang van een spoedig afgewikkelde procedure, onvoldoende aanleiding om op deze beslissing terug te komen. Niet gebleken is dat eiseres zwaarwegende belangen heeft, die nopen tot het inwilligen van het verzoek tot aanhouding.