ECLI:NL:RBDHA:2014:8109
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- G.P. van Ham
- J.Th. van Walderveen
- M. Knijff
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een strafzaak met emotionele elementen
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2014 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die gedetineerd was, had de rechter mr. C.W. de Wit gewraakt tijdens de behandeling van zijn strafzaak. De raadsman van verzoeker voerde aan dat de rechter tijdens de zitting zijn emoties niet in bedwang kon houden, wat volgens hem de schijn van vooringenomenheid wekte. Verzoeker was gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting, waar zijn strafzaak werd behandeld. Tijdens deze zitting heeft de raadsman het wrakingsverzoek ingediend, waarop de wrakingskamer op dezelfde dag heeft beslist.
De rechter heeft ter zitting aangegeven niet te berusten in het wrakingsverzoek en verwees naar het proces-verbaal van de zitting. Hij verklaarde dat de emotionele elementen in het dossier bij iedereen emoties kunnen oproepen, en dat zijn emotionele reactie niet duidde op vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of het tonen van emotie door de rechter voldoende grond vormde voor de vrees van verzoeker dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer concludeerde dat het enkele tonen van emoties door de rechter, gezien de aard van de zaak, niet voldoende was om te oordelen dat er sprake was van vooringenomenheid.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is ondertekend door de oudste rechter in geval van verhindering van de voorzitter van de wrakingskamer.