Eiseres heeft verweerder op 3 november 2012 in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig beslissen op de aanvraag.
Bij brief van 13 november 2012 heeft verweerder de gemachtigde van eiseres bericht dat het haar aanvraag van 14 augustus 2012 is doorgezonden aan het AZC te [plaats]. Bij brief van 15 november 2012 heeft verweerder de gemachtigde van eiseres bericht dat haar aanvraag van 14 augustus 2012 is doorgezonden aan verzekeraar Menzis.
Eiseres heeft op 31 december 2012 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2013. Eiseres is verschenen, bijgestaan door mr. J.H. Kruseman, kantoorgenoot van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. Ch.R. Vink. Het onderzoek ter zitting is aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken.
Het onderzoek ter zitting is op 30 mei 2013 voortgezet. Eiseres is niet verschenen, maar heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. W. Graafland. Het onderzoek is ter zitting gesloten.
Bij brief van 4 juni 2013 heeft de rechtbank het onderzoek heropend, naar aanleiding van de ter zitting van 30 mei 2013 door de gemachtigde van eiseres overlegde stukken en het daarmee samenhangende verzoek om aanhouding, en de behandeling van de zaak aangehouden, totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak heeft gedaan in de zaken met de nummers 201112327/1, 201200440/1, 201200442/1, 201202570/1, 201204913/1 en 201212021/1.
Bij brief van 29 januari 2014 heeft de rechtbank de uitspraken van de Afdeling in de zaken met kenmerk ECLI:NL:RVS:2014:86 en ECLI:NL:RVS:2014:258 van respectievelijk 10 en 22 januari 2014 aan partijen gezonden en hen verzocht aan te geven of de uitspraken van de Afdeling aanleiding vormen om een nader standpunt in te nemen. Bij brief van 2 februari 2014 heeft de gemachtigde van eiseres gereageerd. Verweerder heeft bij brief van 21 maart 2014 gereageerd.
Partijen zijn bij brief van 21 maart 2014 verzocht toestemming te verlenen voor het sluiten van het onderzoek zonder het houden van een nadere zitting. Partijen hebben deze toestemming verleend.
Bij brief van 14 april 2014 heeft de rechtbank partijen bericht dat het onderzoek is gesloten en dat binnen zes weken uitspraak wordt gedaan.