Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.6.1 van de tussenuitspraak, samengevat, overwogen dat verweerders standpunt dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in het innerlijke proces dat aan de gestelde bekering vooraf zou zijn gegaan, onvoldoende is gemotiveerd. Eisers verklaringen zijn weliswaar kort en bondig, maar verweerders tegenwerping dat van eiser enig inzicht mag worden verwacht in het innerlijke proces dat aan zijn bekering vooraf zou zijn gegaan en dat daarvan niet is gebleken, kan de rechtbank gelet op eisers verklaringen, niet volgen. Zonder nadere motivering kan de rechtbank evenmin verweerders tegenwerping volgen, dat eiser niet duidelijk genoeg is geweest over waarom het geloof in Nederland een veel grotere rol is gaan spelen. Verweerder heeft voorts onvoldoende gemotiveerd waarom eisers verklaringen over de betekenis van zijn bekering geen blijk geven van een diepgevoeld innerlijk proces. Daarbij komt dat verweerder hierover in het gehoor geen aanvullende vragen heeft gesteld, hetgeen in de rede had gelegen als verweerder eisers verklaringen hieromtrent niet duidelijk vond. Aldus de rechtbank in de tussenuitspraak.
Verweerder heeft in het aanvullend besluit nog steeds niet toegelicht waarom eisers verklaringen over zijn innerlijke proces dat aan zijn bekering vooraf zou zijn gegaan, niet toereikend zouden zijn. Verweerder blijft zich op het standpunt stellen dat eiser meer inzicht moet geven. Met dit standpunt heeft verweerder het door de rechtbank in de tussenuitspraak geconstateerde motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek niet hersteld.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 1.217,50 te betalen aan eiser.