Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft voorts ter zitting aangegeven en toegelicht dat de uiterste termijn voor overdracht van verzoeker aan Malta 12 september 2014 is.
“De omstandigheid dat de Afdeling in dit verband in de ter zitting door verweerder aangehaalde uitspraken van 2 februari 2012 en 4 juli 2012 heeft geoordeeld dat uit die rapporten niet blijkt dat de opvang in Malta zodanige tekortkomingen behelst dat sprake is van een schending van artikel 3 van het EVRM, doet aan het voorgaande niet af omdat het rapport van Pro Asyl bij die oordelen niet is betrokken.”Deze rechtbank, zittingsplaats Roermond heeft zich derhalve ten aanzien van twee van de drie door verweerder genoemde uitspraken van de Afdeling reeds expliciet uitgelaten, zodat er thans geen ruimte is voor een andersluidend oordeel. Hoewel geconstateerd kan worden dat deze rechtbank, zittingsplaats Roermond zich niet expliciet heeft uitgelaten over de door verweerder genoemde uitspraak van de Afdeling van 7 oktober 2011, heeft verweerder met deze algemene verwijzing, waarbij hij niet concreet is ingegaan op de documenten, die zijn betrokken bij deze uitspraak en niet concreet is ingegaan op verschillen en gelijkenissen tussen deze documenten en het rapport van Pro Asyl van mei 2012 niet, althans onvoldoende bijgedragen aan de motivering van zijn standpunt. Ook dit argument van verweerder houdt daarom geen stand.