Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
TBB heeft Sterk Wonen betaald namens VBB waardoor VBB heeft voldaan aan de tussen VBB en KVH overeengekomen verplichting tot inbreng van € 65.000,- door VBB in Sterk Wonen: het betreft een kapitaalinbreng van de aandeelhouder van Sterk Wonen. Kapitaalinbreng is naar haar aard en conform afspraken tussen aandeelhouders niet opeisbaar.
4.De incidentele vordering
5.De beoordeling in de hoofdzaak
Schuldeisersbenadeling heeft zich voorgedaan als de betaling onverplicht plaatsvond, crediteuren zijn benadeeld en er wetenschap bestond van benadeling ten tijde van de betaling.
6.De beslissing
23 april 2014opdat Sterk Wonen bij akte kenbaar maakt of zij tegenbewijs door getuigen wil leveren en, zo ja, het aantal getuigen dat zij wenst te doen horen, de verhinderdata van beide partijen en – bij voorkeur – tevens van de getuigen, waarna de rechtbank datum en tijd voor het getuigenverhoor zal bepalen en aan partijen kenbaar zal maken;
21 mei 2014voor het nemen van een akte aan de zijde van Sterk Wonen voor het leveren van tegenbewijs door andere middelen;