“5. Van een sub a inbreuk kan slechts sprake zijn als het door NCRV gebruikte teken gelijk is aan de merken van de Stichting en het teken en de merken worden gebruikt voor dezelfde diensten en/of waren. NCRV heeft tijdens de zitting in eerste aanleg onvoorwaardelijk toegezegd dat zij het teken Paperclip alleen nog zal gebruiken in combinatie met de naam of het logo NCRV en heeft al vóór die zitting conform die toezegging gehandeld, behoudens het gebruik van enkele, in de tweede editie van het online magazine te zien / horen, reeds voor de sommatie opgenomen, audiovisuele fragmenten waarin 'Paperclip magazine' "sec" wordt genoemd. Op grond daarvan is de voorzieningenrechter voor de toekomst, waarop het gevorderde verbod ziet, ervan uitgegaan dat NCRV alleen het teken 'NCRV Paperclip' voor haar online magazine gebruikt/zal gebruiken. Het hof acht, met de voorzieningenrechter, de genoemde omstandigheden voldoende om er voorshands van uit te gaan dat NCRV in de toekomst alleen nog het teken NCRV paperclip zal gebruiken en acht geen reële dreiging aanwezig dat NCRV nog het teken Paperclip (magazine) "sec" zal gebruiken. Het ziet daarom onvoldoende grond het gevorderde verbod (op grond van het voormalige, inmiddels beëindigde gebruik van de aanduiding Paperclip magazine) toe te wijzen. Dat NCRV het teken Paperclip magazine in het verleden gebruikt heeft en dat aan haar toezegging geen boete (bij overtreding) is verbonden, is onvoldoende reden om anders te oordelen. Overigens is niet gesteld of aannemelijk geworden dat de Stichting gevraagd heeft om een boete aan niet-nakoming van de toezegging te verbinden.
(…)
Overeenstemming merk en teken?
7. In aanmerking nemende dat
- naar het oordeel van het hof in het algemeen het eerste deel van een teken meer aandacht krijgt van het publiek en dus meer bepalend is voor het totaalbeeld van een teken dan het daaropvolgende deel en dat dat naar het voorlopig oordeel van het hof ook in dit geval geldt;
- niet betwist is dat NCRV een bekend merk en een bekende handelsnaam is;
- het hof voorshands van oordeel is dat de woorden paper en clip beschrijvend zijn voor een (online) magazine (paper), dat geïllustreerd wordt door clips met film- en geluidsfragmenten en dat dat in beginsel (nu de Stichting niet heeft gesteld dat de combinatie van deze twee woorden merkbaar verschilt van de som der delen) ook geldt voor de combinatie paperclip, althans deze aanduiding daarvoor zwak onderscheidend is,
is hof voorshands van oordeel dat het woord NCRV het dominerende en onderscheidende bestanddeel is van het teken en daardoor (meer) bepalend is voor het totaalbeeld dat bij het relevante publiek achterblijft. Op zichzelf is juist dat alleen wanneer de andere bestanddelen van het teken te verwaarlozen zijn, overeenstemming op basis van enkel het dominerende bestanddeel kan worden beoordeeld (Zie onder meer HvJEU 12 juni 2007, C-334/05 Limoncello en HvJEU 3 september 2009 C-498/07 La Espagnola), maar dit doet er niet aan af dat het dominerende en onderscheidende onderdeel (meer) bepalend is voor het totaalbeeld. Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat er geen relevante, althans slechts zeer geringe overeenstemming (in visueel, auditief en begripsmatig opzicht) is tussen de merken van de Stichting en het door NCRV gebruikte teken.
(Soort)gelijkheid waren en diensten waarvoor merk ingeschreven en teken gebruikt?
8. Daar de (soort)gelijkheid van de waren en/of diensten in die zin van belang is dat verwarringsgevaar eerder moet worden aangenomen naarmate de waren en/ of diensten (soort)gelijker zijn, dient in het algemeen voorafgaand aan de beantwoording van de vraag of sprake is van verwarringsgevaar, te worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre sprake is van (soort)gelijkheid van de waren en/of diensten.
9. Niet gemotiveerd betwist is dat merk 2 is ingeschreven voor onder meer gelijke waren als waarvoor NCRV haar teken gebruikt. Partijen twisten over het antwoord op de vraag of de waren in klasse 9 waarvoor merk 1 is ingeschreven (soort)gelijk zijn aan de diensten waarvoor NCRV het teken gebruikt. Deze vraag behoeft echter geen beantwoording, gelet op het hierna vermelde oordeel van het hof over de vraag of, uitgaande van (de geldigheid) van merk 2, door het gebruik van het teken bij het publiek verwarring kan ontstaan.
Verwarringsgevaar?
10. Niet aannemelijk is geworden dat de merken van de Stichting een bijzonder onderscheidend vermogen hebben. Pas sedert ongeveer 2009 is de Stichting actief en gebruikt zij het merk. De Stichting stelt ook niet dat het onderscheidend vermogen is toegenomen door het gebruik. Zij stelt wel dat het merk van huis uit zeer onderscheidend is, maar stelt daartoe slechts dat het een fantasienaam is. Nog daargelaten dat dat niet juist is nu paperclip een bestaand woord is, is dat onvoldoende om een groot onderscheidend vermogen aan te nemen. Het hof gaat dan ook uit van een normaal onderscheidend vermogen. Gelet hierop en de omstandigheid dat overeenstemming tussen de merken en het teken ontbreekt, althans zeer gering is, acht het hof voorshands niet aannemelijk dat sprake is van reëel verwarringsgevaar, ook niet wanneer het teken wordt gebruikt voor dezelfde waren en/of diensten als waarvoor het merk is ingeschreven. Dit geldt temeer nu niet is betwist dat NCRV het teken gebruikt voor een online magazine dat vooral ontvangen/gelezen wordt door vijftigers en zestigers en waarvan de doelgroep vooral bestaat uit dertigers en veertigers, terwijl de Stichting zich bezig houdt met het organiseren van dancefeesten voor jongeren. Ook indien juist zou zijn dat, zoals de Stichting bij pleidooi in hoger beroep voor het eerst heeft gesteld, onder haar publiek ook of vooral dertigers en veertigers vallen, acht het hof dat voorshands onvoldoende om aan te nemen dat het publiek dat geconfronteerd wordt met het teken NCRV paperclip, zal menen dat- zoals de stichting stelt, maar NCRV betwist- er sprake is van een economische band of samenwerking tussen NCRV en de Stichting. (…)”