“Het is aannemelijk, als gevolg van de aard en de impact van het ongeval, dat er sprake is geweest van een geforceerde beweging van de CWK met overrekking van de weke delen, die de CWK omgeven. (…) Er is dus sprake geweest van een whiplash trauma, waardoor de klachten over nekpijn, die de dag na het ongeval zijn ontstaan, kunnen worden verklaard. (…) Ook bij het huidige onderzoek bestaat er geen bewegingsbeperking, wel eindstandige pijn bij lateroflexie en beide richtingen.
Niet zelden gaat een chronisch pijnsydroom gepaard met klachten over de concentratie en het geheugen en vermoeidheid. Ook hiervoor is geen anatomisch substraat aanwijsbaar. Betrokkene heeft thans milde klachten, tot uiting komend wanneer hij moe is, waarbij de concentratie verminderd. Dit leidt echter niet tot problemen op zijn werk en er zijn geen kritische opmerkingen tijdens functioneringsgesprekken naar aanleiding daarvan. Omdat het gaat om milde klachten en er bovendien geen aanwijzingen zijn voor hersenletsel als gevolg van het ongeval, valt niet te verwachten dat bij neuropsychologisch onderzoek cognitieve stoornissen te objectiveren zijn.
(…)
Betrokkene heeft in 2007 en 2008 in betrekkelijk korte tijd drie life events meegemaakt, namelijk het overlijden van zijn vader, zijn moeder en een echtscheiding. Tegelijkertijd waren er tevens problemen met zijn toenmalige werkgever. (…) Het is niet aannemelijk dat deze factoren op dit moment nog een rol spelen bij de huidige klachten van betrokkene.
(…)
Uit het journaal van de huisarts blijkt dat betrokkene omstreeks 2003 nekklachten heeft gehad, (…) Het is dan ook niet aannemelijk dat de toenmalige nekklachten van invloed zijn op de huidige klachten.
(…)
Betrokkene heeft een klein drukpijnlijk gebiedje op de linkerschouder. (…) Een relatie met de huidige klachten is er niet.
(…)
Gebruik van de nek: er bestaat een lichte beperking bij werkzaamheden of activiteiten, waarbij betrokkene frequent het hoofd maximaal dient te lateroflecteren naar links of naar rechts.
(…)
Het is niet onmogelijk dat betrokkene zonder ongeval ooit nekklachten zou hebben gekregen, omdat nekklachten in een normale populatie niet zelden voorkomen.
(…)
Vraag 2e
Kunt u aangeven welke beperkingen (…) uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
Antwoord
Het is niet mogelijk om deze vraag met enige betrouwbaarheid te beantwoorden omdat nekklachten zich in een grote variëteit kunnen voordoen.”