3.In onderhavige procedure stelt eiser wederom een reëel risico te lopen op een door artikel 3 van het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) verboden behandeling in verband met zijn geloofsovertuiging. Als novum heeft eiser naar voren gebracht dat zijn vijfjarige zoon op 1 april 2013 in Egypte is ontvoerd door salafisten of moslimbroeders, waarbij de echtgenote van eiser is mishandeld. De echtgenote van eiser heeft hiervan aangifte gedaan. De ontvoerders van de zoon van eiser hebben losgeld geëist, en er zijn dreigementen ontvangen die indirect ook aan eiser waren gericht. Na betaling van het losgeld is de zoon van eiser vrijgelaten. De echtgenote van eiser ontving voorts een dreigbrief waarin stond dat zij het land moest verlaten of afstand moest doen van haar geloof, het christendom. Ter staving van deze stelling heeft eiser een proces-verbaal van aangifte van 1 april 2013, een dreigbrief en een verklaring van een pastoor overgelegd. Voorts stelt eiser dat de veiligheidssituatie in Egypte sterk is verslechterd en dat het geweld tegen Koptische christenen zich ook na augustus 2013 voortzet. Volgens eiser dienen koptische christenen in Egypte als kwetsbare minderheidsgroep te worden aangemerkt. Eiser heeft zijn stellingen onderbouwd met de volgende documenten en uitspraken:
- twee foto’s van zijn kinderen;
- een proces-verbaal van aangifte van 1 april 2013;
- een dreigbrief;
- een verklaring van een pastoor;
- het rapport van Amnesty International ‘How long are we going to live in this injustice’ van oktober 2013;
- een bericht van BBC News van 21 oktober 2013;
- een bericht van de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, geraadpleegd op 28 oktober 2013;
- het rapport van UK Border Agency operational guidance note over Egypte van december 2013;
- een brief van Vluchtelingen Werk Nederland (VWN) van 30 januari 2014;
- uitspraak van de rechtbank Haarlem van 25 september 2013, zaaknummer AWB 13/23963;
- uitspraak van de rechtbank Middelburg van 26 september 2013, zaaknummer AWB 13/10849;
- uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2014, zaaknummer AWB 13/32830.
Eiser heeft voorts nog aangevoerd in zijn jeugd een homoseksuele ervaring te hebben gehad, en nog altijd homoseksuele gevoelens te hebben zo nu en dan. Volgens eiser wordt hij hierdoor door de mensen uit zijn dorp geminacht.