Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
- de politierechter van de rechtbank Zwolle heeft verzoekster bij vonnis van
- de meervoudige strafkamer van de rechtbank Haarlem heeft verzoekster bij vonnis van 12 februari 2009 veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf wegens het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, gepleegd op 19 oktober 2008 te Schiphol;
- het gerechtshof Amsterdam heeft verzoekster bij vonnis van 16 december 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden wegens onder meer het opzettelijk handelen in strijd met artikel 2, onder A, van de Opiumwet, gepleegd op 24 januari 2010 te Schiphol en het opzettelijk handelen in strijd met artikel 2, onder A, van de Opiumwet, gepleegd op 5 april 2006 te Schiphol;
- de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam heeft verzoekster bij vonnis 11 april 2013 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden wegens het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en het opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, beide gepleegd op 10 juni 2012 te Schiphol.
De aanvraag van betrokkene tot afgifte van document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, is in eerste aanleg afgewezen, omdat aan betrokkene een inreisverbod is opgelegd en een vreemdeling jegens wie een inreisverbod geen rechtmatig verblijf kan hebben. Bij beschikking van 9 augustus 2013 is aan betrokkene dit inreisverbod opgelegd en is de aanvraag tot opheffing van de ongewenstverklaring ingewilligd. Op 15 oktober 2013 is de beschikking van
9 augustus 2013 ingetrokken en daarmee de ongewenstverklaring van betrokkene van toepassing. Het verzoek om opheffing van de ongewenstverklaring is bij beschikking van heden afgewezen.
10 oktober 2013 (C-86/12, inzake Alokpa, www.curia.eu, p. 34) een van die kinderen afgeleid recht lijkt te hebben om die kinderen te begeleiden en met hen op het Franse grondgebied te verblijven. Voor zover, zoals verzoekster ter zitting van de voorzieningenrechter heeft opgemerkt, de signalering in het Schengen Informatie Systeem vanwege de ongewenstverklaring toegang tot Frankrijk in weg staat, moet worden geoordeeld dat verzoekster om opheffing van die signalering kan vragen.
Beslissing
14 maart 2014.