ECLI:NL:RBDHA:2014:16968
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft eiser, een individu, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Veiligheid en Justitie, die op 9 juli 2013 een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gedeeltelijk had toegewezen. Eiser had in zijn verzoek om informatie gevraagd naar documenten met betrekking tot ingebrekestellingen en dwangsombesluiten. De minister verklaarde het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit op 12 december 2013 kennelijk ongegrond. Eiser was van mening dat hij ten onrechte niet was gehoord en dat de afwijzing van zijn verzoek niet op een deugdelijke motivering berustte. Hij stelde dat de Wob niet voorziet in de mogelijkheid om informatie te weigeren op de grond dat het verzoek veel werk met zich meebrengt.
De rechtbank heeft op 8 april 2014 een zitting gehouden, waarbij partijen de gelegenheid kregen om tot een oplossing te komen. Eiser heeft zijn verzoek beperkt tot specifieke documenten over de jaren 2010 en 2011. De minister heeft vervolgens aangegeven bereid te zijn om de gevraagde documenten te verstrekken tegen betaling van kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister onvoldoende inspanningen heeft geleverd om eiser te helpen bij het concretiseren van zijn verzoek. Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit onzorgvuldig was voorbereid.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, voor zover het verzoek van eiser was afgewezen. De rechtbank heeft bepaald dat de minister de gevraagde documenten moet verstrekken tegen betaling van de kosten door eiser. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister geen dwangsom verschuldigd was aan eiser, omdat de ingebrekestelling niet correct was gedaan. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten zijn vastgesteld op € 1.092,50. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 augustus 2014.