ECLI:NL:RBDHA:2014:1652
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over persoonsgebonden budget in het kader van de AWBZ
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 12 februari 2014, staat de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) centraal. Eiser, die geïndiceerd is voor een Zorgzwaartepakket (ZZP) 5/VG, heeft bezwaar gemaakt tegen de verlaging van zijn pgb van negen naar zeven uren per week. De rechtbank behandelt de zaak na een aantal eerdere besluiten van verweerder, waarbij de hoogte van het pgb werd aangepast aan de nieuwe regelgeving per 1 januari 2013. Eiser stelt dat deze verlaging leidt tot ongelijkheid in vergelijking met zorgontvangers in natura, die wel recht hebben op negen uren zorg.
De rechtbank overweegt dat de besluiten van verweerder niet deugdelijk zijn gemotiveerd. De rechtbank wijst erop dat de aanpassing van het pgb niet in lijn is met de indicatie van negen uren zorg die eiser heeft. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om binnen vier weken na de uitspraak een verbeterde motivering te geven, waarin wordt aangetoond dat eiser met het verlaagde pgb alsnog in staat is om de benodigde zorg in te kopen. De rechtbank benadrukt dat de termijn fataal is en dat indien verweerder meer tijd nodig heeft, hij dit gemotiveerd moet aanvragen.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de uitkomst van de bestuurlijke lus.