In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben eisers [A] en [B], vertegenwoordigd door advocaat mr. C.W. Wernink, een vordering ingesteld tegen Blokker B.V., Blokker N.V. en Casa International N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.P. Heering. De eisers stellen dat Blokker c.s. inbreuk maakt op hun intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot een juwelenrekje dat door [B] is ontworpen en dat door Xenos B.V. is geproduceerd en verkocht. Eisers vorderen onder andere een verklaring voor recht dat Blokker c.s. inbreuk maakt op hun rechten, een verbod op de verkoop van het Blokker juwelenrekje, en schadevergoeding. De rechtbank heeft in het incident geoordeeld dat de vordering van [A] c.s. tot oproeping van Xenos in vrijwaring moet worden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de vorderingen van [A] c.s. jegens Xenos zelfstandige vorderingen zijn en geen grondslag bieden voor vrijwaring. De beslissing over de kosten van het incident wordt aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol voor vonnis op 4 februari 2015.