ECLI:NL:RBDHA:2014:16198
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verwijdering van paspoortvermelding en teruggave van ingenomen paspoort in kort geding
In deze zaak, die op 15 december 2014 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde eiser, aangeduid als '[eiser]', dat de Staat der Nederlanden de vermelding van zijn naam in het Register Paspoortsignaleringen zou verwijderen en zijn op 4 november 2014 ingenomen nationale paspoort zou retourneren. Eiser stelde dat de vermelding onterecht was, omdat hij ten tijde van het faillissement van de besloten vennootschap Alper Horeca Discount geen bestuurder meer was. De Staat voerde verweer en stelde dat eiser niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat er een bestuursrechtelijke rechtsgang openstond. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vermelding in het register niet gericht was op enig rechtsgevolg, waardoor eiser niet in zijn vorderingen kon worden ontvangen. De rechter benadrukte dat pas bij een daadwerkelijke vervallenverklaring van het paspoort door de bevoegde autoriteit rechtsgevolg zou optreden, en dat eiser daartegen bezwaar en beroep kon aantekenen. Eiser werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.424,-- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door mr. G.P. van Ham.