ECLI:NL:RBDHA:2014:12458
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening inzake doorhaling inschrijving marktregister
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die zijn inschrijving in het marktregister voor dagplaatsen had zien doorhalen door het college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag. Dit besluit, genomen op 17 september 2014, zou ingaan per 1 oktober 2014. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 7 oktober 2014 is verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, verschenen, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door een andere gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor de bodemprocedure. Verzoeker, die dagplaatshouder is op de Haagse Markt, heeft aangevoerd dat de doorhaling van zijn inschrijving niet terecht is, omdat de in artikel 12 van de Marktverordening Den Haag 2013 genoemde situaties niet op hem van toepassing zijn. Hij heeft ook gewezen op de ingrijpende gevolgen van het besluit, waaronder verlies van inkomen.
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de overtreding van de Vreemdelingenwet een ernstige zaak is, maar de voorzieningenrechter concludeert dat er geen grondslag is voor de doorhaling van de inschrijving. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 17 september 2014 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker.