Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
transaction framework agreementtot stand gekomen. Betrokken partijen kwamen overeen dat de Beleggingsproductentak van RBS, inclusief de relevante merkrechten, in etappes zal worden overgedragen aan BNP Paribas en BNP. Het TURBO-merk is aan BNP overgedragen op 23 juni 2014. Ook het TURBO XL-merk is inmiddels door RBS overgedragen aan BNP.
2.Hefboomproducten
De AFM heeft de afgelopen periode onderzoek gedaan naar beleggingsproducten met een hefboom. Dit zijn producten waar de belegger profiteert van de stijging of daling van een onderliggende waarde, zonder hier direct in te beleggen, en daarbij slechts een deel van een (onderliggende) waarde inlegt. De aanbieder financiert het resterende deel. Zo ontstaat er een hefboomwerking. Op deze manier worden de koersbewegingen van de onderliggende waarde uitvergroot. In dit onderzoek is gekeken naar Turbo's, Speeders en Sprinters. In dit rapport zullen al deze producten als 'turbo' worden aangehaald. Het onderzoek heeft zowel een kwalitatief aspect gehad, waarbij de werking, markt en risico's in kaart zijn gebracht, als een kwantitatief element. Dit laatste bestond uit het opzetten van een kwantitatief model waarbij geanalyseerd is wat het effect is van de hoogte van de Turbohefboom op de kans op een positief rendement bij een gegeven holding period.
Dutch Securities Institute, een certificeringsinstituut op het gebied van de handel in financiële producten (productie 16A).
6.Turbo
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
ab initioelk onderscheidend vermogen missen, en/of bestaan uit beschrijvende aanduidingen en/of in de handel gebruikelijke aanduidingen zijn als bedoeld in artikel 2.28 lid sub b, c en d BVIE. Ook heeft zij aangevoerd dat de aanduiding “Turbo” door toedoen of nalaten van BNP (dan wel de voormalig merkhouders) is verworden tot soortnaam.
ex nunc. Van belang is derhalve het gebruik van de aanduiding “turbo” in verband met de verhandeling van Beleggingsproducten voorafgaand aan en ten tijde van dit kort geding.
broker. Voorwaarde voor het openen van een dergelijke rekening is dat er een risicoprofiel wordt opgesteld en de belegger met goed gevolg een kennistoets aflegt. De actieve belegger wordt verondersteld de financieel-economische berichtgeving (met enige regelmaat) te volgen en zich voorafgaand aan het handelen in beleggingsproducten (enigszins) te verdiepen in de kenmerken van die producten. Een Beleggingsproduct kan worden aangeschaft bij de aanbieder van het Beleggingsproduct of via een andere bank of
broker. Informatie over die producten (zoals bijvoorbeeld de productfolder) is te vinden op de websites van deze partijen maar wordt tijdens het orderproces niet actief aan de actieve belegger verstrekt, aldus partijen ter zitting.
brokersen andere partijen die betrokken zijn bij de handel in Beleggingsproducten het TURBO-merk waarnemen. Daarbij overweegt de voorzieningenrechter dat de perceptie van de actieve belegger overigens grotendeels wordt bepaald door de wijze waarop die bij de handel betrokken partijen en derden de aanduiding ‘turbo’ gebruiken.
De naam TURBO® wordt gebruikt in licentie van de rechthebbende van de geregistreerde handelsnaam”. In de folder van BNP Paribas groep (zie 2.11) wordt op vergelijkbare wijze als op de website verwezen naar Turbo Certificaten. Op de laatste pagina staat dat TURBO “
onder contract wordt geëxploiteerd” of te wel onder licentie. RBS gebruikt in haar productfolder wel consequent het ®-symbool als volgt ‘Turbo®’ (zie 2.13).
warrantsdeze term ook consequent met een hoofdletter schrijven terwijl dit geen geregistreerd merk is. Met andere woorden, ABN en RBS gebruiken hoofdletters in hun communicatie niet uitsluitend ter aanduiding van een geregistreerd merk en de actieve belegger zal hoofdletters ook niet noodzakelijkerwijs als zodanig opvatten.
futures, ETF’s of
trackers, warrantsen obligaties, zoals BNP naar voren heeft gebracht onder verwijzing naar onder meer haar productie 11. Binckbank heeft daartegenover evenwel onder verwijzing naar onder meer haar productie 5 aangevoerd dat de term ‘hefboomproduct’ evenzeer wordt gebruikt ter aanduiding van alle beleggingsproducten die een hefboom hebben en dat zijn er veel meer zijn dan alleen de Beleggingsproducten, namelijk ook (de hiervoor reeds vermelde) opties,
futures, trackersen daarnaast CFD’s. Dat ‘hefboomproduct’ een ruimere betekenis heeft dan alleen Beleggingsproducten is door BNP onvoldoende gemotiveerd betwist.
mini futureheet) en of die omstandigheid de perceptie van de actieve belegger in de Benelux versterkt.