ECLI:NL:RBDHA:2014:10961
Rechtbank Den Haag
Beroep tegen salarisspecificaties en diensttijdgratificatie van militair
In deze zaak heeft eiser, een militair, bezwaar gemaakt tegen de salarisspecificaties van 12 juli, 14 november en 12 december 2012, omdat de uitbetaling van zijn diensttijdgratificatie te laag zou zijn vastgesteld. De minister van Defensie, verweerder, heeft het bezwaar ongegrond verklaard bij besluit van 17 juli 2013. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 28 november 2013 is het onderzoek gesloten, maar op 27 februari 2014 heeft de rechtbank het onderzoek heropend. De rechtbank heeft op 2 april 2014 een nadere zitting gehouden, waarbij beide partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in juni 2012 een diensttijdgratificatie van 100% van zijn salaris heeft ontvangen ter gelegenheid van zijn 35-jarige ambtsjubileum. De uitbetaling op 12 juli 2012 was € 7.564,66 bruto, maar de hoogte van de uitbetaling is door verweerder bepaald op basis van het belastingtarief van het voorgaande jaar, wat resulteerde in een brutering tegen 42%. Eiser stelt dat de uiteindelijke belastingheffing over 2012 hoger was (52%) en dat dit aanleiding geeft tot een herziening van de gratificatie.
De rechtbank overweegt dat de salarisspecificaties van november en december 2012 geen besluiten zijn, omdat de gratificatie al in juli 2012 is uitbetaald. Het bezwaar tegen deze specificaties is niet-ontvankelijk verklaard. Voor de salarisspecificatie van juli 2012 oordeelt de rechtbank dat deze wel als besluit moet worden aangemerkt, maar dat de uitbetaling rechtmatig was op basis van de toen beschikbare gegevens. De rechtbank concludeert dat de latere vaststelling van het belastingtarief door de Belastingdienst geen invloed heeft op de rechtmatigheid van de eerdere uitbetaling. Eiser kan echter een verzoek om herziening indienen indien hij meent dat de uitbetaling te laag was. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.217,50 en heeft het griffierecht van € 160,- vergoed.