Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 november 2013, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en incidentele vordering ex artikel 843a jo. 1019a Rv;
- de akte overlegging producties, met producties 1 tot en met 10;
- de incidentele conclusie ex artikel 224 Rv, tevens houdende incidentele conclusie van antwoord, tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak in conventie, tevens conclusie van voorwaardelijke eis in de hoofdzaak in reconventie, met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 224 Rv, met productie 11;
- de conclusie van repliek in het incident ex artikel 224 Rv, met producties 3 en 4;
- de conclusie van dupliek in het incident ex artikel 224 Rv.
2.De vordering en de grondslag daarvan in de hoofdzaak in conventie
- i) waarvan door Seva niet wordt aangetoond dat (a) zij door of met toestemming van Bacardi c.s. in de Europese Economische Ruimte (hierna: EER) in het verkeer zijn gebracht, of (b) dat zij uitsluitend de douanestatus T1 hebben gehad; of
- ii) die de douanestatus T1 hebben en waarbij is voldaan aan het criterium uit het arrest HvJEG 18 oktober 2005, IEPT 20051018 (Class International); of
- iii) waarvan de productcodes zijn verwijderd, ongeacht de douanestatus van deze producten”.
- I) Seva te veroordelen iedere inbreuk in de Europese Unie (hierna: EU) op de aan Bacardi c.s. toebehorende merken te staken en gestaakt te houden;
- II) Seva te veroordelen opgave te doen aan de advocaten van Bacardi c.s. van:
- III) Seva te gebieden om de Inbreukmakende en/of Onrechtmatige Bacardi-producten die zij in voorraad heeft en die naar haar onderweg zijn af te geven ter vernietiging, op kosten van Seva;
- IV) de vorderingen onder I tot en met III toe te wijzen op straffe van verbeurte van dwangsommen;
- V) Seva te veroordelen tot winstafdracht;
- VI) te verklaren voor recht dat Seva aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is van de inbreuk door Seva op de merkrechten van Bacardi c.s., met veroordeling van Seva om de door Bacardi c.s. geleden schade te vergoeden;
- VII) Seva te veroordelen in de overeenkomstig artikel 1019h Rv te begroten proceskosten, waaronder beslagkosten.
3.De vorderingen in de incidenten
Incidentele vorderingen Bacardi c.s.
- I) Seva bij wijze van provisionele voorziening te veroordelen om de inbreuk op de merkrechten van Bacardi c.s. en elk onrechtmatig handelen jegens Bacardi c.s. te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden;
- II) Seva te veroordelen om al hetgeen haar bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de Inbreukmakende en/of Onrechtmatige Bacardi-producten, aan Bacardi c.s. mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens aan Bacardi c.s. te verstrekken, door middel van het verstrekken aan de advocaat van Bacardi c.s. van een schriftelijke en gedetailleerde opgave, welke door een forensische accountant op basis van zelfstandig onderzoek is gecontroleerd en gecertificeerd, van de eigena(a)r(en) , handelsagent(en), leveranciers(s), maker(s), producent(en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en/of afnemer(s) niet zijnde consumenten, van de in het lichaam van de dagvaarding omschreven partijen zonder toestemming van Bacardi c.s. geïmporteerde en/of verhandelde Inbreukmakende en/of Onrechtmatige Bacardi-producten, onder vermelding van de volledige namen, adressen, telefoon- en faxnummers en e-mailadressen, welke informatie in de opgave dient te zijn gerangschikt per individuele partij;
- III) Seva te veroordelen om ter staving van de onder II bedoelde informatie, aan Bacardi c.s. te verstrekken, door de forensische accountant gecontroleerde en gecertificeerde, kopieën van alle relevante documenten;
- IV) te gedogen dat de onder II bedoelde forensische accountant de juistheid en de volledigheid van de opgave nagaat in de op 8 augustus 2013 in conservatoir beslag genomen administratie;
4.De beoordeling
in de hoofdzaak in conventie en in de incidenten in conventie
5.De beslissing
woensdag 17 september 2014ten behoeve van Seva zekerheid te stellen voor de proceskosten tot een bedrag van € 25.000.-- door middel van een onherroepelijke afroepgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank op gebruikelijke garantievoorwaarden;
woensdag 24 september 2014voor beraad comparitie;