Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 augustus 2014 in de zaak tussen
[eiseres 2], geboren op [2006],eiseres 2 en
[eiseres 3], geboren op [1977], eiseres 3,
allen van Marokkaanse nationaliteit(eiseressen).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseressen, drie Marokkaanse vrouwen, en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres 3, de moeder van eiseres 1 en 2, had geen asielaanvraag ingediend voor zichzelf en haar kinderen, wat leidde tot de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning op basis van de Overgangsregeling. De rechtbank oordeelde dat het onderscheid tussen vreemdelingen met een asielachtergrond en zonder asielachtergrond gerechtvaardigd was, gezien de verschillende verantwoordelijkheden van de overheid. Eiseressen voldeden niet aan de voorwaarden van de regeling, en de rechtbank verwierp hun argumenten dat de Overgangsregeling in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank concludeerde dat de aanvragen terecht waren afgewezen en dat het inreisverbod voor eiseres 3 ook gerechtvaardigd was, gezien het risico op onttrekking aan toezicht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de Staatssecretaris.