ECLI:NL:RBDHA:2014:10265
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.W.S. de Groot
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van terugkeerbesluit en inreisverbod wegens onvoldoende motivering van gevaar voor openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2014 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod tegen een Albanese vreemdeling. De vreemdeling, eiser, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor een delict onder de Opiumwet. Verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, stelde dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormde en daarom Nederland onmiddellijk diende te verlaten, met een inreisverbod voor de duur van tien jaar. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat verweerder hem geen vertrektermijn had mogen onthouden zolang er geen antwoord was op prejudiciële vragen van de Raad van State.
De rechtbank overwoog dat de enkele veroordeling van eiser niet voldoende was om te concluderen dat hij een gevaar voor de openbare orde vormde, zonder bijkomende feiten of omstandigheden. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet deugdelijk had gemotiveerd dat het terugkeerbesluit op de juiste gronden was gebaseerd. De rechtbank vernietigde daarom het terugkeerbesluit en het inreisverbod, en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending van de uitspraak.