ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J. Ebbeling
- T. van Rij
- K.M. Braun
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen (Bpm) en procesueel belang
In deze zaak heeft eiseres, een BV, in september 2011 belasting van personenauto's en motorrijwielen (Bpm) op aangifte voldaan. Na bezwaar heeft de inspecteur van de Belastingdienst het bezwaar gegrond verklaard, maar eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om eiseres in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken. Eiseres stelde dat zij een te hoog bedrag had voldaan en dat verweerder een beleid had dat in afwijking van de wettelijke bepalingen heffingsrente vergoedt vanaf de datum van voldoening van de belasting. Verweerder betwistte dit en stelde dat de heffingsrente correct was berekend volgens de wet.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een beleid van verweerder dat een langere periode van heffingsrente vergoedt. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat eiseres niet kon aantonen dat er in vergelijkbare gevallen sprake was van begunstigend beleid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de inspecteur, waarbij de heffingsrente correct was vastgesteld volgens de wettelijke bepalingen.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank op 1 mei 2013, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten in de beroepsfase.