ECLI:NL:RBDHA:2013:9449

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2013
Publicatiedatum
30 juli 2013
Zaaknummer
C-09-444605
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gekraakt pand door gedaagden op verzoek van eigenaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vierstroom B.V. en de gedaagden die zich in een door eiseres eigendom zijnde kantoorpand bevonden. Eiseres, die het pand niet meer gebruikte, had op 9 juli 2012 opdracht gegeven tot verkoop van het pand. Op 4 februari 2013 werd eiseres door een buurtbewoner geïnformeerd dat er licht brandde in het pand en dat er meerdere personen aanwezig waren. Een beveiligingsbedrijf constateerde dat het pand door gedaagden was gekraakt. Eiseres heeft gedaagden op 6 februari 2013 gesommeerd het pand te verlaten, maar gedaagden zijn hier niet op ingegaan.

Eiseres vorderde in kort geding ontruiming van het pand en vergoeding van schade. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien de aanwezigheid van gedaagden de verkoop van het pand bemoeilijkte en de verzekeringsdekking verminderde. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van veertien dagen voor gedaagden om het pand te verlaten. De vordering tot schadevergoeding werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij gedaagden werden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 259,72, vermeerderd met wettelijke rente. Gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten.

De voorzieningenrechter concludeerde dat gedaagden onrechtmatig in het pand verbleven en dat eiseres recht had op ontruiming. De rechter wees de machtiging voor eiseres om zelf de ontruiming uit te voeren af, omdat de deurwaarder deze bevoegdheid had. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/444605 / KG ZA 13-658
Vonnis in kort geding van 26 juli 2013 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vierstroom B.V.,
statutair gevestigd te Gouda,
eiseres,
advocaat mr. B. van Eijk te Amersfoort,
tegen:
zij die verblijven in de gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te ([postcode]) [woonplaats] aan het adres [adres],
gedaagden,
advocaat mr. S.W.Th.R. Hermens te Almere.

1.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 22 juli 2013 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1.
Eiseres is eigenares van een kantoorpand aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: het pand). Het pand wordt niet (meer) door eiseres gebruikt. Op 9 juli 2012 heeft eiseres opdracht gegeven aan een derde om het pand te verkopen.
1.2.
Op 4 februari 2013 heeft eiseres van een buurtbewoner vernomen dat er licht in het pand brandde en dat zich meerdere personen in het pand bevonden. In opdracht van eiseres heeft beveiligingsbedrijf Trigion het pand op 4 februari 2013 bezocht en geconstateerd dat het pand door gedaagden was gekraakt.
1.3.
De advocaat van eiseres heeft gedaagden bij brief van 6 februari 2013 gesommeerd het pand binnen 24 uur te verlaten en al hun eigendommen uit het pand te verwijderen. Deze brief is bij exploot van 7 februari 2013 door de deurwaarder aan gedaagden betekend. Voorts heeft eiseres op 7 februari 2013 aangifte gedaan bij de politie.
1.4.
Gedaagden verblijven thans nog in het pand.

2.Het geschil

2.1.
Eiseres vordert, zakelijk weergegeven:
I. gedaagden te veroordelen om het pand binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis geheel leeg en ontruimd ter beschikking van eiseres te stellen en met alle daarin aanwezige personen en goederen te verlaten en te ontruimen, met machtiging van eiseres om, indien gedaagden met de (tijdige) ontruiming in gebreke blijven, deze zelf te doen uitvoeren, desnoods met hulp van de sterke arm van politie en justitie;
II. gedaagden te veroordelen tot vergoeding van een voorschot op de schade van eiseres ter hoogte van € 488,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de factuurdatum.
2.2.
Daartoe voert eiseres het volgende aan. Gedaagden handelen onrechtmatig jegens eiseres doordat zij het pand wederrechtelijk in gebruik hebben genomen. Eiseres wil het pand zo snel mogelijk verkopen. In de periode medio 2012 tot maart 2013 heeft eiseres met de Woningbouwvereniging [woonplaats] onderhandeld over de verkoop van het pand. Op 8 maart 2013 berichtte de woningbouwvereniging echter dat zij het pand niet wenste te kopen. Direct daarna meldde zich een andere potentiële koper, [X] Beheer [woonplaats] B.V. Over de prijs zijn partijen het inmiddels vrijwel eens. [X] zou graag zien dat het pand op korte termijn wordt geleverd. Partijen hebben in dat kader gesproken over een levering per 1 september 2013. [X] heeft als voorwaarde voor aankoop gesteld dat eiseres per omgaande ontruiming van gedaagden uit het pand bewerkstelligt en dat het pand en de daarin aanwezige inventaris in onberispelijke staat aan haar worden overgedragen. Door de bewoning is het pand in een slechtere staat komen te verkeren en zal het pand nog verder achteruit gaan. Voorts kan eiseres thans geen onderhoudswerkzaamheden verrichten aan de tot het pand behorende installaties, met alle gevolgen van dien. Bovendien dient koper op korte termijn in de gelegenheid te worden gesteld het pand te betreden en te bezichtigen en voorbereidingen te treffen voor de op handen zijnde verbouwing. Die mogelijkheid wordt eiseres en de koper thans ontnomen door de aanwezigheid van gedaagden.
Daar komt bij dat de verzekeringsdekking voor het pand als gevolg van de aanwezigheid van gedaagden drastisch is verminderd. Uit de polisvoorwaarden volgt dat de dekking aanzienlijk is beperkt indien het pand is gekraakt. Het eigen risico is bovendien verdubbeld. Eiseres heeft er belang bij dat er, tot het moment van levering van het pand, professionele anti-kraakwachten in het pand worden gehuisvest, zodat de verzekeringsdekking wordt hersteld. De aanwezigheid van gedaagden maakt dat onmogelijk.
Eiseres vordert voorts veroordeling van gedaagden tot vergoeding van schade. Gedaagden hebben zich de toegang tot het pand verschaft door een ruit van de achterdeur daarvan te forceren. De kosten van het herstel van de achterdeur bedragen € 228,48 inclusief btw. Voorts heeft eiseres kosten moeten maken in verband met de inschakeling van de deurwaarder. Uit het betekeningsexploot en bijgaande factuur van Bosveld Gerechtsdeurwaarders volgt dat deze kosten € 89,33 inclusief btw bedragen. Daarnaast heeft eiseres € 170,39 inclusief btw voor de inschakeling van Trigion moeten betalen.
2.3.
Gedaagden voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

3.De beoordeling van het geschil

3.1.
Vooropgesteld wordt dat gedaagden zich op onrechtmatige wijze toegang tot het pand hebben verschaft en daar thans zonder recht of titel verblijven. Gedaagden hebben niet betwist dat zij daarmee inbreuk maken op het eigendomsrecht van eiseres. Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Het staat eiseres vrij om met het pand te handelen zoals het haar goeddunkt en zij kan dan ook niet gedwongen worden met gedaagden te onderhandelen over een mogelijke huur- of gebruiksovereenkomst. Beoordeeld dient te worden of eiseres haar eigendomsrecht in dit kort geding geldend kan maken. Aan de orde is daarom de vraag of zich aan de zijde van eiseres bijzondere omstandigheden voordoen die zodanig zijn dat in redelijkheid niet van haar kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Gedaagden hebben aangevoerd dat een dergelijk spoedeisend belang aan de zijde van eiseres ontbreekt.
3.2.
Gedaagden betogen allereerst dat er, sinds zij het pand hebben betrokken, een half jaar is verstreken voordat eiseres deze procedure heeft aangespannen, zodat enig spoedeisend belang alleen al om die reden niet kan worden aangenomen. Dat verweer wordt gepasseerd, aangezien de enkele omstandigheid dat eiseres geruime tijd heeft laten verstrijken voordat zij een voorlopige voorziening vorderde, de voorzieningenrechter er niet van behoeft te weerhouden aan te nemen dat er een spoedeisend belang bij de vordering bestaat. Eiseres heeft onweersproken gesteld dat zij zich kort nadat zij had vernomen dat het pand was gekraakt tot de politie heeft gewend – hetgeen wordt gestaafd door het overgelegde proces-verbaal van aangifte – en dat zij tevergeefs heeft getracht de politie te bewegen actie te ondernemen tegen gedaagden.
3.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiseres haar spoedeisend belang om op korte termijn over het pand te beschikken voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Gedaagden hebben weliswaar betwist dat zich een serieuze koper heeft gemeld, maar – wat daar ook van zij – vaststaat dat eiseres opdracht heeft gegeven aan een derde om tot verkoop van het pand over te gaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat de aanwezigheid van krakers in een pand een spoedige verkoop daarvan niet bevordert. Daarbij komt dat eiseres onweersproken heeft gesteld dat de bewoning van het pand door gedaagden tot grote financiële risico’s leidt doordat de verzekering onder deze omstandigheden minder dekking biedt. Voorts is gesteld noch gebleken dat de belangen van gedaagden bij voortzetting van de bewoning van het pand zwaarder wegen dan de belangen van eiseres om op korte termijn over haar eigendom te kunnen beschikken. Van eiseres kan dan ook in redelijkheid niet worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Dat maakt dat de vordering strekkende tot ontruiming zal worden toegewezen, waarbij aan gedaagden een gebruikelijk ontruimingstermijn van veertien dagen zal worden gegund.
3.4.
De door eiseres gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, zal worden afgewezen, nu de deurwaarder de bevoegdheid heeft tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming over te gaan op grond van de artikelen 555 e.v. in verbinding met artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3.5.
Gedaagden hebben betwist dat zij schade aan de achterdeur van het pand hebben veroorzaakt. Aangezien een kortgedingprocedure als de onderhavige zich niet voor een nader feitenonderzoek leent, zal de vordering van eiseres voor zover die strekt tot vergoeding van die schade worden afgewezen. De overige door eiseres genoemde schadeposten zijn niet door gedaagden betwist, zodat de vordering tot vergoeding daarvan voor toewijzing in aanmerking komt op de wijze als hierna vermeld.
3.6.
Gedaagden zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- veroordeelt gedaagden om het pand binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis geheel leeg en ontruimd ter beschikking van eiseres te stellen en met alle daarin aanwezige personen en goederen te verlaten en te ontruimen;
- veroordeelt gedaagden tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 259,72, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de vervaldata van de aan eiseres verzonden facturen van Bosveld Gerechtsdeurwaarders en Trigion tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van eiseres begroot op € 2.728,71, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 1.836,-- aan griffierecht en € 76,71 aan dagvaardingskosten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2013.
hvd