Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2013, is in geschil of eisers, die van Armeense nationaliteit zijn, vrijgesteld moeten worden van het betalen van leges voor hun aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'medische behandeling'. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 10 januari 2012 in overweging genomen, waarin werd geoordeeld dat de hoogte van leges een belemmering kan vormen voor het recht op een effectief rechtsmiddel zoals vastgelegd in artikel 13 van het EVRM. Eisers hebben aangevoerd dat zij niet in staat zijn de leges te betalen en dat dit hen belemmert in hun recht om een aanvraag in te dienen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen van eisers door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet in behandeling zijn genomen omdat de leges niet waren voldaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de uitspraak van het EHRM niet automatisch betekent dat in alle gevallen van financiële moeilijkheden vrijstelling van leges moet worden verleend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eisers niet hebben aangetoond dat er sprake is van een schending van hun rechten onder het EVRM, en dat de verweerder terecht heeft geoordeeld dat de aanvragen buiten behandeling zijn gesteld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eisers ongegrond verklaard en de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.