ECLI:NL:RBDHA:2013:19702
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij onrechtmatige vrijheidsontneming van vreemdeling in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de schadevergoeding voor onrechtmatige vrijheidsontneming van een Palestijnse vreemdeling, eiser, die op 28 april 2012 op de luchthaven Schiphol de toegang tot Nederland werd geweigerd. De vrijheidsontnemende maatregel werd opgelegd op basis van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontnemende maatregel onrechtmatig was vanaf 21 mei 2012, omdat eiser niet tijdig was gehoord door de rechtbank, zoals vereist door de wet. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het normbedrag voor schadevergoeding bij onrechtmatige vrijheidsontneming € 80,-- per dag bedraagt, in plaats van de door verweerder aangeboden € 50,-- per dag. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van in totaal € 3360,-- aan eiser, evenals de proceskosten van € 1180,--. De uitspraak benadrukt het belang van rechtseenheid in de toekenning van schadevergoeding en bevestigt de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.