ECLI:NL:RBDHA:2013:18501
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verbod op executie van gevangenisstraffen wegens identiteitskwestie
In deze zaak heeft eiseres, die gedetineerd is, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden. Eiseres heeft vingerafdrukken laten afnemen, die overeenkomen met die van een andere persoon, mevrouw A, die gevangenisstraffen heeft opgelegd gekregen. Eiseres vordert dat de Staat wordt verboden om de straffen op naam van mevrouw A ten uitvoer te leggen, totdat is vastgesteld dat zij niet de veroordeelde is. De voorzieningenrechter heeft op 31 december 2013 uitspraak gedaan en de vordering van eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat de procedure van de artikelen 579 en 580 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing is, en dat de strafrechter bevoegd is om te beslissen over de identiteit van de veroordeelde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld door de executie van de straffen niet op te schorten, aangezien de strafvorderlijke procedure inmiddels was opgestart en op korte termijn een beslissing kon worden verwacht. Eiseres is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.405,-, en de rechter heeft bepaald dat deze kosten uitvoerbaar bij voorraad zijn.