ECLI:NL:RBDHA:2013:16009
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2013 uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, en verweerder, de Belastingdienst. De zaak betreft de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2009 en 2010, alsook de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor het jaar 2010. Eiser heeft geen aangifte gedaan voor de betreffende jaren, ondanks meerdere uitnodigingen en aanmaningen van verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 2009 een looninkomen van € 28.086 heeft genoten en daarnaast actief was in de groothandel en als manager voor verschillende muziekbands. Verweerder heeft de aanslagen vastgesteld op basis van een schatting, omdat eiser geen aangifte heeft gedaan en geen relevante informatie heeft verstrekt.
De rechtbank heeft overwogen dat de omkering van de bewijslast van toepassing is, omdat eiser niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Eiser heeft gesteld dat hij de uitnodigingen niet heeft ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat de uitnodigingen zijn verzonden naar het juiste adres. Eiser heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat de door verweerder geschatte winsten onjuist zijn. De rechtbank concludeert dat de aanslagen op een redelijke schatting zijn gebaseerd en dat de verzuimboetes terecht zijn opgelegd, aangezien eiser niet tijdig aangifte heeft gedaan.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.