ECLI:NL:RBDHA:2013:15331

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 november 2013
Publicatiedatum
14 november 2013
Zaaknummer
C-09-450731 - KG ZA 13-1057
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorginkoopprocedure en gelijke behandeling van zorgaanbieders in kort geding

In deze zaak, die op 13 november 2013 door de Rechtbank Den Haag werd behandeld, stond de zorginkoopprocedure van Achmea centraal, waarbij Pi-groep B.V. als eiseres optrad. Pi-groep, een aanbieder van geestelijke gezondheidszorg, vorderde dat Achmea de bezwaren tegen de eenzijdig vastgestelde herschikking 2013 zou honoreren en een nieuwe offerte voor 2014 zou doen. De achtergrond van het geschil ligt in de inkoopprocedure voor AWBZ-zorg, waarbij Achmea als zorgkantoor verantwoordelijk is voor de inkoop van zorg in de regio's waar Pi-groep actief is. Pi-groep stelde dat de herschikking 2013 een onjuist beeld gaf van de productiecapaciteit, omdat deze was gebaseerd op een periode van tijdelijke onderproductie door verhuizingen van zorglocaties.

De rechtbank oordeelde dat Achmea bij de bepaling van de productieafspraak voor 2014 terecht was uitgegaan van de herschikking 2013. De rechter benadrukte dat Achmea geen aanbestedende dienst is en dat de inkoopprocedure niet onder de aanbestedingswetgeving valt, maar dat de principes van redelijkheid en billijkheid wel van toepassing zijn. De rechtbank concludeerde dat Pi-groep haar recht om te klagen over de wijze van vaststelling van het volume had verwerkt, omdat zij niet tijdig haar bezwaren had ingediend. De vorderingen van Pi-groep werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en gelijke behandeling in zorginkoopprocedures, en dat zorgaanbieders proactief moeten zijn in het indienen van bezwaren. De rechter bevestigde dat de voorwaarden van de inkoopprocedure duidelijk waren en dat Pi-groep had ingestemd met deze voorwaarden door niet tijdig bezwaar te maken. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop zorgaanbieders hun rechten kunnen uitoefenen in inkoopprocedures en de noodzaak om tijdig te reageren op wijzigingen in productieafspraken.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/450731 / KG ZA 13-1057
Vonnis in kort geding van 13 november 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PI-GROEP B.V.,
gevestigd te Drachten,
eiseres,
advocaat mr. K. Mous te Nijmegen,
tegen:
de naamloze vennootschap
ACHMEA ZORGKANTOOR N.V.,
statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde,
advocaat mr. T.R.M. van Helmond te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als 'Pi-groep' en 'Achmea'.

1.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 30 oktober 2013 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1.
Pi-groep is een aanbieder van eerste- en tweedelijns geestelijke gezondheidszorg en is actief in de provincies Friesland, Flevoland, Groningen en Drenthe. Zij levert zorg die wordt vergoed op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ('AWBZ') en de Zorgverzekeringswet.
1.2.
De zorgverzekeraars zijn belast met de uitvoering van de AWBZ. Voor 2014 is Achmea, als - door de staatssecretaris van Volkgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen - 'verbindingskantoor' (ook wel 'zorgkantoor' genoemd), belast met de administratieve uitvoering van de AWBZ in een aantal (zorgkantoor)regio's waarin Pi-groep actief is. In dat kader is Achmea belast met de inkoop van de te verstrekken zorg.
1.3.
De Nederlandse Zorgautoriteit stelt jaarlijks per regio een maximum bedrag vast waarvoor de zorgkantoren zorg kunnen inkopen: de zogenaamde 'contracteerruimte'. Binnen deze ruimte kunnen de zorgkantoren afspraken maken met de verschillende zorgaanbieders over de te verlenen zorg. Met het oog daarop organiseren zij jaarlijks een inkoopprocedure, waartoe zij hun zorginkoopbeleid publiceren. Het doel van die procedure is te komen tot een selectie van zorgaanbieders aan de hand van de offertes die deze naar aanleiding van het gepubliceerde inkoopbeleid hebben ingediend. De inkoopprocedure mondt uit in overeenkomsten tussen de zorgkantoren en de (geselecteerde) zorgaanbieders ten behoeve van het verlenen van AWBZ-zorg aan de daarvoor in aanmerking komende personen. Daarbij wordt de beschikbare contracteerruimte verdeeld onder de (gecontracteerde) zorgaanbieders. In de overeenkomsten wordt door middel van een productieafspraak vastgelegd welke zorgprestaties mogen worden verleend en tegen welke tarieven.
1.4.
Met betrekking tot de door Pi-groep aangeboden zorg hebben partijen voor wat betreft het jaar 2013 met elkaar gecontracteerd in de hiervoor vermelde zin.
1.5.
Bij brief van 23 mei 2013 - met als onderwerp
"Beleid en procedure herschikking 2013"- heeft Achmea aan de zorgaanbieders, waaronder Pi-groep, onder meer het volgende medegedeeld:
"Tijdens de AWBZ bijeenkomst van 15 mei jl. hebben wij u geïnformeerd over het inkoopbeleid 2014 en de daarbij door ons gehanteerde financiële uitgangspunten1. Kortgezegd, uw definitieve productieafspraak 2013 zal gelijk zijn aan uw productieafspraak 2014 minus de overheidsmaatregelen. Om deze reden is het noodzakelijk om de vaststelling van uw definitieve productieafspraak 2013 afgerond te hebben voor de inkoopgesprekken van 2014.
In deze brief informeren wij u over de procedure en het beleid voor de herschikking 2013 van Achmea (…) om te komen tot een definitieve vaststelling van uw productieafspraak 2013.
Basisberekening
Op basis van de door Achmea goedgekeurde realisatiecijfers die u heeft ingediendtot en met periode 4berekent Achmea een naar jaarbasis lineair geëxtrapoleerde realisatie.
(…)
Bijzondere omstandigheden bij een zorgaanbieder
Individuele bijzondere omstandigheden en/of (regionale) knelpunten in de zorgverlening, kunnen reden zijn om af te wijken van bovengenoemde rekenmethode. Wanneer u van mening bent dat hiervan sprake is, dan verzoeken wij u in een vroegtijdig stadium, echter voor 15 juni 2013, met uw zorginkoper in overleg te treden en hem/haar te voorzien van een schriftelijke en cijfermatige onderbouwing van uw standpunt.
(…)
Verzoeken die na 15 juni 2013 worden ingediend worden niet meer in behandeling genomen. Reden hiervoor is dat de definitieve productieafspraak 2013 de basis vormt voor de afspraak die wij in 2014 willen maken. Het proces om te komen tot de definitieve productieafspraak 2013 dient daarom voor 1 augustus 2013 afgerond te zijn."
1.6.
Op 5 juni 2013 heeft Achmea op haar website gepubliceerd de documenten "Achmea Inkoopdocument AWBZ 2014 Geestelijke Gezondheidszorg" (hierna 'het Inkoopdocument') en "Achmea Zorginkoopprocedure AWBZ 2014 - VV&T, GZ en GGZ" (hierna 'het Proceduredocument'), waarin Achmea haar inkoopbeleid voor het jaar 2014, respectievelijk de te volgen procedure om voor dat jaar tot zorgovereenkomsten met haar te komen, beschrijft.
1.7.
Voor zover hier van belang vermeldt het Inkoopdocument:
"4.2.1 Inleiding
Een zorgaanbieder kan voor 2014 een offerte indienen voor de AWBZ GGZ-zorg in natura die de zorgaanbieder in 2014 wenst te leveren in de betreffende zorgkantoorregio's. In 2014 worden voor de GGZ, net als vorig jaar, drie kavels gehanteerd:
1) intramurale zorg inclusief VPT
2) extramurale zorg inclusief logeren/tijdelijk verblijf
3) dagactiviteiten en vervoer
(…)
4.2.2
Intramurale zorg
Hieronder worden per onderdeel de uitgangspunten voor 2014 van de zorginkoop van intramurale zorg uiteengezet.
Volume
Het volume voor de productieafspraak 2014 wordt gebaseerd op uw afspraken zoals die in de herschikking 2013 worden vastgelegd. De herschikking 2013 wordt gebaseerd op een lineaire extrapolatie van de gerealiseerde productie tot en met april 2013. Eventuele knelpunten ten aanzien van deze periode dienen in de herschikking besproken te worden.
Voor de intramurale zorg hanteert Achmea in 2014 een budgetmodel. Vanuit onze visie op vermaatschappelijking van de zorg zetten wij in op afbouw van zowel klinische- als RIBW-plaatsen. In lijn met de politieke besluitvorming streeft Achmea naar extramuralisering van cliënten met een ZZP GGZ-1 en ZZP GGZ-2. Deze ZZP's worden op basis van landelijke richtlijnen ook niet meer geïndiceerd voor nieuwe cliënten. Binnen het budgetmodel voor intramurale zorg wordt het volume voor 2014 per zorgaanbieder daarom gebaseerd op de productieafspraak 2013 na herschikking, en met betrekking tot ZZP's en VPT's verminderd met 40% afbouw van ZZP 1-2 dagen."
1.8.
Het Proceduredocument vermeldt onder andere:
"c) Professionele inkoopprocedure
Achmea is als uitvoerder van de AWBZ geen aanbestedende dienst in de zin van de Aanbestedingswet 2012 of de Europese aanbestedingsrichtlijnen. De onderhavige inkoopprocedure is dan ook geen aanbestedingsprocedure zoals bedoeld in de aanbestedingsregelgeving en de Aanbestedingswet 2012 is dan ook uitdrukkelijk niet van toepassing. De rechtsrelatie tussen gegadigden en de uitvoerders van de AWBZ wordt derhalve uitsluitend beheerst door de precontractuele goede trouw, redelijkheid en billijkheid, waarbij er uitdrukkelijk op wordt gewezen dat die precontractuele goede trouw, redelijkheid en billijkheid in dit geval niet wordt ingevuld door de aanbestedingsregels en de aanbestedingsbeginselen. De precontractuele goede trouw wordt wel ingevuld door de (procedure)regels die in de inkoopdocumenten, alsmede in de nota van inlichtingen zijn opgenomen.
(…)
Onduidelijkheden, onjuistheden en bezwaren
Dit document is met zorg samengesteld. Mochten deelnemers aan deze inkoopprocedure desondanks onduidelijkheden, tegenstrijdigheden, vermeende onrechtmatigheden of onvolkomenheden tegenkomen, dan dienen zij deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 juni 2013, kenbaar te maken via het betreffende e-mailadres te vinden in fase 1, onderdeel 1b. Daarbij dient een opgave van de correctievoorstellen en eventuele onderbouwing van de tegenstrijdigheid, onduidelijkheid, vermeende onrechtmatigheid of onvolkomenheid vermeld te worden.
Eventuele bezwaren tegen (delen van) dit document (bijvoorbeeld met betrekking tot de criteria, termijnen, werkwijze) dienen op dezelfde wijze eveneens uiterlijk op 24 juni 2013 kenbaar te zijn gemaakt.
Van deelnemers aan deze inkoopprocedure wordt op dit punt een proactieve houding verwacht. Dit betekent dat een ontvanger van de inkoopdocumenten geen rechtsgeldig beroep kan doen op bezwaren, onvolkomenheden, onduidelijkheden vermeende onrechtmatigheden of tegenstrijdigheden die door hem niet binnen de hiervoor genoemde termijn aan de orde zijn gesteld. Ten aanzien van deze bezwaren, onvolkomenheden, onduidelijkheden, vermeende onrechtmatigheden of tegenstrijdigheden heeft een deelnemer aan deze inkoopprocedure zijn rechten verwerkt om na 24 juni 2013 een rechtsgeldig beroep te doen op enig bezwaar tegen, of enige onduidelijkheid, tegenstrijdigheid, vermeende onrechtmatigheid of onvolkomenheid in, de inkoopdocumenten, indien hij niet zelf aan deze 'vragenstel-verplichting' heeft voldaan uiterlijk 24 juni 2013. Een deelnemer aan deze inkoopprocedure kan in dat geval dus geen beroep doen op vragen die anderen in dit verband hebben gesteld, maar dient zelf de vragen te hebben gesteld.
(…)
(…) De deelnemer stemt door indiening van zijn ondertekende offerte in het kader van de onderhavige inkoopprocedure onvoorwaardelijk in met alle voorwaarden genoemd in de inkoopdocumenten die zijn gepubliceerd in het kader van deze inkoopprocedure."
1.9.
De op de onderhavige inkoopprocedure betrekking hebben Nota van Inlichtingen vermeldt onder andere:
"Bij het vaststellen van de productieafspraak 2014 is de herschikking 2013 het uitgangspunt. De productieafspaak 2014 zal ten opzichte van de herschikking 2013 voor onder andere de ZZP's 1 en 2 worden gekort. Het definitieve percentage, hier geraamd op 40%, wordt dus definitief bepaald op basis van de afgesproken aantallen in de herschikking 2013 en de korting van VWS voor deze maatregel. Voor de GGZ verwachten we dat op basis van de nieuwste gegevens het percentage afbouw ZZP GGZ 1 en 2 (aanzienlijk) lager zal uitvallen. Voor VVT en GZ ZZP's gelden de afbouwpercentages die door deze sectoren zijn gepubliceerd."
1.10.
Bij brief van 17 juli 2013 heeft Achmea - voor zover hier van belang - het volgende bericht aan Pi-groep:
"Bij deze brief ontvangt u de herschikking 2013 van uw AWBZ-afspraken. In deze brief geven we een toelichting op deze herschikking.
Bij de herschikking hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd om de definitieve productieafspraak 2013 te berekenen.
(...)
• Voor de kavels intramuraal is een lineaire extrapolatie naar jaarbasis van de realisatie van januari t/m april gehanteerd tot het maximum van het aantal afgesproken dagen (zijnde alle intramurale dagen inclusief VPT). De gerealiseerde zorgzwaarte (van januari t/m april) is meegenomen in de herschikking en wordt daarmee volledig gefinancierd.
(…)
• Begin juni jl. hebben wij u gevraagd om uw knelpunten aan ons aan te leveren. Deze knelpunten zijn door Achmea beoordeeld. Indien uw knelpunten (deels) zijn gehonoreerd, dan treft u de uitkomst daarvan in de bijlage aan in de kolom "Aantal extra toegekend". Als u vragen heeft over de beoordeling van uw knelpunten, dan kunt u contact opnemen met uw zorginkoper."
1.11.
In het kader van de onderhavige inkoopprocedure heeft Pi-groep tijdig (vóór 29 juli 2013 0.00 uur) een offerte ingediend.
1.12.
Op 16 augustus 2013 heeft Achmea aan Pi-groep bericht dat zij graag in 2014 weer met haar (Pi-groep) een contract wil aangaan. Bij die brief zijn als bijlagen gevoegd (i) de 'Af te spreken prestaties en tarieven 2014' en (ii) het 'Initieel budget 2014'. Voorts wordt aangegeven dat (a) in een 'zorginkoopgesprek' een nadere toelichting zal worden verstrekt op de uitkomst van de beoordeling van de offerte en wordt vastgesteld welke zorgprestaties worden afgesproken en hoe de invulling daarvan binnen het initiële budget er uitziet en (b) binnen vijftien dagen bezwaar kan worden gemaakt tegen de uitkomst van de beoordeling van de offerte.
1.13.
Na een bespreking tussen partijen op 26 augustus 2013 heeft Pi-groep diezelfde dag nog bezwaar gemaakt tegen de in de brief van 17 juli 2013 kenbaar gemaakte herschikking 2013.
1.14.
Pi-groep heeft op 27 augustus 2013 bezwaar gemaakt tegen de beoordeling van haar offerte en de daaruit voortvloeiende toekenning van het initiële budget voor 2014.
1.15.
In de loop van september 2013 heeft vervolgens het onder 1.12 bedoelde "zorginkoopgesprek" plaatsgevonden.
1.16.
Bij e-mailbericht van 2 september 2013 heeft Pi-groep aan Achmea kenbaar gemaakt akkoord te gaan met de op dat moment voorliggende herschikking 2013, kort gezegd onder de voorwaarde dat de herschikking 2013 niet (alleen) als uitgangspunt wordt genomen voor de productieafspraak 2014.
1.17.
Op 12 september 2013 heeft Achmea de bezwaren van Pi-groep tegen de beoordeling van de offerte deels gegrond en deels ongegrond verklaard.

2.Het geschil

2.1.
Na wijziging van eis vordert Pi-groep:
primair
I. Achmea te gebieden de bezwaren van Pi-groep tegen het hanteren van het eenzijdig door Achmea vastgestelde herschikkingsbedrag 2013 als basis voor de offerte 2014, alsmede de andere door Pi-groep geuite bezwaren zoals nader toegelicht in de onderhavige procedure, te honoreren;
II. Achmea te gebieden Pi-groep een nieuwe offerte 2014 te doen, waarbij de productieafspraak 2014 gebaseerd dient te worden op een realistisch productievolume, dat in overeenstemming is met het initieel overeengekomen productievolume 2013 en waarbij de tijdelijke onderbezetting aan het begin van 2013 geen (doorslaggevende) rol mag spelen;
subsidiair
III. in goede justitie passend geachte maatregelen te treffen;
een en ander met veroordeling van Achmea in de proces- en nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
Samengevat voert Pi-groep daartoe het volgende aan.
De herschikking 2013 ten aanzien van Pi-groep geeft een onrealistisch en onjuist beeld over het daadwerkelijke productievolume van Pi-groep over 2013. De herschikking is namelijk gebaseerd op de productie in de eerste vier maanden van 2013, in welke periode - als gevolg van een verhuizing van zorglocaties, waardoor sprake was van een lagere bezetting - sprake is geweest van een tijdelijke onderproductie. Achmea was daarvan op de hoogte, maar is desondanks bij de bepaling van het initiële budget voor 2014 ten onrechte en eenzijdig enkel uitgegaan van de herschikking 2013 als 'vast' gegeven. Op basis van de op de inkoopprocedure betrekking hebbende stukken behoefde Pi-groep dat niet te verwachten. Bovendien heeft Pi-groep zich akkoord verklaard met de herschikking 2013 onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze geen invloed mag hebben op de productieafspraken over 2014. Als gevolg van de handelwijze van Achmea zal de productie van Pi-groep voor wat betreft de intramurale zorgverlening in 2014 fors moeten dalen, met alle negatieve gevolgen van dien. Het budget van Pi-groep, dat in 2013 een totaalbedrag van circa € 2,2 miljoen beloopt, zal namelijk dalen met een bedrag van ongeveer € 450.000,--. Op grond van een en ander moet worden geconcludeerd dat Achmea in strijd met de precontractuele redelijkheid en billijkheid, dan wel onrechtmatig handelt.
2.3.
Achmea heeft de vorderingen van Pi-groep gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal haar verweer hierna worden besproken.

3.De beoordeling van het geschil

3.1.
Vooropgesteld wordt dat - zoals in het inkoopdocument ook aangegeven - Achmea geen aanbestedende dienst is en dat de onderhavige inkoopprocedure dan ook geen aanbestedingsprocedure betreft, zodat de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving met betrekking tot overheidsaanbestedingen niet van toepassing zijn. Dat laat echter onverlet dat Achmea in het kader van de door haar gevoerde inkoopprocedure, waarin zij zorgaanbieders door middel van een uniform aanbod heeft uitgenodigd tot het indienen van offertes, is onderworpen aan de werking van de redelijkheid en billijkheid in precontractuele verhoudingen. Gelet op het meerzijdige karakter van de zorginkoop dient het inkoopbeleid van Achmea verifieerbaar, transparant en non-discriminatoir te zijn. Aangezien de zorgaanbieders binnen een regio zijn aangewezen op één zorgkantoor mogen de aangelegde normen bovendien niet onredelijk zijn. Daarnaast dient in verband met de beperkt beschikbare tijd de zorginkoop met de nodige efficiëntie te worden uitgevoerd.
3.2.
Het voorgaande brengt mee dat Achmea het beginsel van gelijke behandeling van de potentiële c.q. offrerende zorgaanbieders moet respecteren en dat dit beginsel tot transparantie verplicht, opdat de naleving ervan kan worden gecontroleerd. Naar analogie van vaste jurisprudentie in aanbestedingszaken strekt het beginsel van gelijke behandeling er toe dat voor alle zorgaanbieders dezelfde voorwaarden moeten gelden. In samenhang daarmee strekt het transparantiebeginsel ertoe te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door het zorgkantoor wordt uitgebannen en impliceert het beginsel dat alle voorwaarden en modaliteiten van de inkoopprocedure in de daarop betrekking hebbende documenten worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze opdat enerzijds alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende zorgaanbieders de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en deze op dezelfde manier interpreteren en anderzijds het zorgkantoor in staat is om na te gaan of de offertes van de zorgaanbieders beantwoorden aan de toepasselijke criteria. Een en ander brengt niet alleen mee dat alle zorgaanbieders gelijk worden behandeld, maar ook dat zij, mede met het oog op een goede controle achteraf, in gelijke mate een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de inkoopprocedure plaatsvindt.
3.3.
Blijkens het verhandelde ter zitting is tussen partijen in feite enkel in geschil de vraag of Achmea - in het kader van de beoordeling van de offerte van Pi-groep - bij de bepaling van het volume voor de productieafspraak 2014 voor wat betreft de te verlenen intramurale zorg op goede gronden slechts is uitgegaan van de herschikking 2013. Pi-groep verzet zich daartegen, aangezien die herschikking geen juist beeld geeft van de werkelijke omvang van de productie van Pi-groep in 2013 op het gebied van de intramurale zorgverlening. In de dagvaarding - alsmede in de aan de onderhavige procedure voorafgegane correspondentie en bezwaren tegen de herschikking 2013 en de beoordeling van de offerte - voerde Pi-groep daartoe steeds als oorzaak aan een onjuiste kavelregistratie. Dat standpunt heeft zij thans laten varen. Voor het eerst op de zitting heeft zij als (enige) reden voor dat onjuiste beeld aangevoerd dat in de periode van januari 2013 tot en met april 2013 sprake was van een tijdelijke 'dip' in de productie (lees: volume van de zorgverlening) als gevolg van een verhuizing van locaties.
3.4.
Op grond van het bepaalde onder 4.2.2 in het Inkoopdocument is de - op een lineaire extrapolatie van de gerealiseerde productie over de eerste vier maanden van 2013 gebaseerde - herschikking 2013 maatgevend voor het volume voor de productieafspraak 2014, met dien verstande dat - in verband met het streven naar (meer) extramuralisering - ten aanzien van ZZP's en VPT's een afbouw van 40% van ZZP 1-2 dagen wordt toegepast. Een en ander is nog eens nadrukkelijk herhaald in de Nota van Inlichtingen.
3.5.
Voor zover Pi-groep heeft willen stellen dat - nadat de herschikking 2013 is afgegeven - met het oog op de productieafspraak 2014 nog (nadere) afspraken mogelijk zijn over eventuele "knelpunten", kan zij niet worden gevolgd. Die knelpunten dienen ingevolge het bepaalde onder 4.2.2 in het Inkoopdocument immers aan de orde te worden gesteld en besproken voordat de herschikking wordt afgegeven. Blijkens de onder 1.5 vermelde brief van Achmea van 23 mei 2013 verviel de termijn voor het indienen van knelpunten op 15 juni 2013. Gesteld noch gebleken is dat Pi-groep van de mogelijkheid daartoe gebruik heeft gemaakt.
3.6.
Op grond van het vorenstaande moet ervan worden uitgegaan dat Pi-groep - als behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende zorgaanbieder - heeft moeten (kunnen) begrijpen dat de in de herschikking 2013 neergelegde definitieve productieafspraak 2013 voor wat betreft de intramurale zorgverlening - minus de hiervoor vermelde afbouw ten aanzien van ZZP's en VPT's - gelijk zal zijn aan de in het kader van de onderhavige inkoopprocedure vast te leggen productieafspraak 2014. Dat klemt te meer nu Achmea alle potentiële zorgaanbieders - waaronder Pi-groep - daarop uitdrukkelijk heeft gewezen in haar voormelde brief van 23 mei 2013.
3.7.
Aan het voorgaande doet niet af dat uit de documenten betreffende de inkoopprocedure voor het jaar 2013 op geen enkele wijze kan worden afgeleid dat in 2013 een neerwaartse bijstelling van de productieafspraak ter zake van intramurale zorg zal plaatsvinden indien in de eerste vier maanden van dat jaar sprake is van onderproductie. Achmea heeft - wat daar verder ook van zij - immers in beginsel de vrijheid om ieder jaar nieuwe voorwaarden/criteria voor de zorginkoop vast te stellen, terwijl gesteld noch gebleken is dat Achmea misbruik heeft gemaakt van haar contracteervrijheid. In de gegeven omstandigheden behoren de gevolgen van de verhuizing van zorglocaties gedurende de eerste maanden van 2013 (geheel) voor risico van Pi-groep te komen.
3.8.
Nadat Pi-groep bezwaar had gemaakt tegen de herschikking 2013, heeft tussen partijen overleg plaatsgevonden. Dit heeft ertoe geleid dat het aan Pi-groep toe te kennen initiële budget voor 2014 is verhoogd. Vervolgens is Pi-groep op 2 september 2013 akkoord gegaan met de op dat moment voorliggende herschikking 2013. Daarmee eindigde de 'bezwaarprocedure' en werd die herschikking 2013 definitief. De door Pi-groep aan haar akkoordverklaring verbonden voorwaarde kan Achmea niet worden tegengeworpen in de onderhavige procedure. Daarvoor is allereerst van belang dat gesteld noch gebleken is dat Achmea heeft ingestemd met die voorwaarde. Bovendien verhoudt het stellen van voorwaarden aan een herschikking zich niet met hetgeen hiervoor onder 3.4 tot en met 3.6 is overwogen. Daarnaast zou Achmea door in te stemmen met de door Pi-groep gewenste voorwaarde handelen in strijd met het onder 3.2 vermelde gelijkheids- en transparantiebeginsel. Alsdan zouden immers niet voor alle zorgaanbieders dezelfde voorwaarden gelden en bestaat de mogelijkheid van favoritisme en willekeur door Achmea. Tot slot moet op grond van hetgeen onder 3.1 is overwogen ervan worden uitgegaan dat de reden voor het stellen van de betreffende voorwaarde thans niet meer aan de orde is. Aangenomen moet worden dat de destijds nog spelende 'kaveldiscussie' voor Pi-groep de aanleiding vormde voor het stellen van de voorwaarde. Deze discussie is thans niet meer actueel.
3.9.
Een en ander betekent dat Achmea bij de bepaling van het volume voor de productieafspraak 2014 met betrekking tot de door Pi-groep te verlenen intramurale zorg op juiste gronden enkel is uitgegaan van de herschikking 2013 (waarover partijen op 2 september 2013 overeenstemming hebben bereikt).
3.10.
Voor zover Pi-groep (ook nog) heeft willen betogen dat de wijze waarop het volume voor de productieafspraak 2014 wordt vastgesteld niet deugt, wordt daaraan voorbijgegaan aangezien dienaangaande het beroep van Achmea op rechtsverwerking doel treft. Daarvoor is het navolgende van belang.
3.11.
Van een adequaat handelende zorgaanbieder mag worden verwacht dat hij zich proactief opstelt bij het naar voren brengen van bezwaren in het kader van een inkoopprocedure als de onderhavige. Het Proceduredocument geeft dat ook uitdrukkelijk aan. De eisen van redelijkheid en billijkheid die de zorgaanbieder jegens het zorgkantoor in acht heeft te nemen, brengen mee dat hij zijn bezwaren bij het zorgkantoor duidelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium naar voren brengt, zodat eventuele onregelmatigheden - zo nodig - kunnen worden gecorrigeerd met zo weinig mogelijke consequenties voor het verdere verloop van de inkoopprocedure. Een zorgaanbieder die bezwaren heeft maar er (te lang) mee wacht om die te melden aan het zorgkantoor, loopt het risico dat later wordt geoordeeld dat hij zijn recht heeft verwerkt.
3.12.
Zoals hiervoor al overwogen, is de wijze waarop het volume voor de productieafspraak 2014 wordt vastgesteld voldoende duidelijk in het Inkoopdocument opgenomen. Voorts biedt het Proceduredocument aan de zorgaanbieders de mogelijkheid om vermeende onduidelijkheden, tegenstrijdigheden, onrechtmatigheden of onvolkomenheden, alsmede eventuele bezwaren uiterlijk op 24 juni 2013 per e-mail kenbaar te maken aan Achmea, bij gebreke waarvan de zorgaanbieders hun rechten hebben verwerkt. Gesteld noch gebleken is dat Pi-groep vóór 25 juni 2013 gebruik heeft gemaakt van die mogelijkheid. In die situatie moet ervan worden uitgegaan dat Pi-groep onvoorwaardelijk heeft ingestemd met alle voorwaarden die zijn opgenomen in de op de inkoopprocedure betrekking hebbende documenten.
3.13.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden die meebrengen dat Pi-groep haar recht om te klagen over de wijze van vaststelling van het volume heeft verwerkt.
3.14.
De slotsom is dat de vorderingen van Pi-groep zullen worden afgewezen. Daarbij wordt voor de goede orde nog opgemerkt dat "andere door Pi-groep geuite bezwaren", die Pi-groep ook betrekt in haar onder 2.1 sub I vermelde vordering, niet (voldoende) nader zijn toegelicht in de onderhavige procedure, zodat deze ook niet bij de beoordeling kunnen worden betrokken.
3.15.
Pi-groep zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proces- en nakosten, te vermeerden met de wettelijke rente zoals hieronder in het dictum vermeld.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van Pi-groep af;
- veroordeelt Pi-groep in de proceskosten, tot op dit vonnis aan de zijde van Achmea begroot op € 1.405,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 589,-- aan griffierecht;
- veroordeelt Pi-groep tevens in de nakosten, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris-advocaat;
- bepaalt dat - indien niet binnen veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis aan voormelde kostenveroordelingen is voldaan - daarover de wettelijke rente verschuldigd is;
- bepaalt voorts dat - indien en voor zover Pi-groep niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door Achmea aan Pi-groep is betekend, de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na die aanschrijving, alsmede met de explootkosten van de betekening van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2013.
jvl