Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[gedaagde],
[gedaagde 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 11.185,50, en € 348.300,--. Daarnaast is in een op 15 september 2006 ten overstaan van notaris mr. M.J.J.R. Lentze te 's-Gravenhage verleden akte een schuldbekentenis vastgelegd betreffende een door [eiser] van [gedaagde] cs geleend bedrag van € 118.000,--. Daartoe heeft [eiser] op 12 juli 2006 een volmacht afgegeven. Zijn daarop geplaatste handtekening is gelegaliseerd door een Franse notaris.
3.Het geschil
€ 960.177,99 ontvangen uit een nalatenschap van een tante, maar daarvan was niets meer over. Onderzoek wees vervolgens uit dat de door [gedaagde] cs gevoerde en beheerde financiële administratie van [eiser] onvolledig en gebrekkig was en onverklaarbare opnames en overboekingen bevatte. Naar voren kwam dat [gedaagde] cs - met name sedert 2008 - zeer grote bedragen vanuit het vermogen van[eiser] hebben overgemaakt naar hun eigen bankrekeningen, terwijl daarvoor geen deugdelijke reden aanwezig was. [gedaagde] cs hebben ten faveure van zichzelf uitgaven gedaan tot een totaalbedrag van € 954.988,56. Aan de schuldbekentenissen waarop [gedaagde] cs zich dienaangaande - onder meer - beroepen kunnen geen rechten worden ontleend. Deze zijn namelijk vernietigbaar, aangezien zij door misbruik van omstandigheden tot stand zijn gekomen. [eiser] was - mede als gevolg van zijn slechte geestestoestand - afhankelijk van [gedaagde] cs en had het volste vertrouwen in hen over de wijze waarop zij zijn financiën verzorgden. In die situatie heeft hij de door [gedaagde] cs aan hem voorgelegde schuldbekentenissen (klakkeloos) ondertekend. De notariële schuldbekentenis is ook buiten zijn begrip tot stand gekomen.
4.De beoordeling van het geschil
€ 954.988,56 betrekking hebben op door [eiser] verschuldigde betalingen in verband met (i) de schuldbekentenissen, (ii) restauratie- en verbouwingswerkzaamheden betreffende een huis van [gedaagde] cs in [plaats] (Frankrijk) ten behoeve van [eiser], (iii) door [gedaagde] cs aan [eiser] voorgeschoten bedragen en (iv) aan [eiser] geleverde zaken en diensten. Voor die betalingen bestonden dus gegronde redenen, aldus [gedaagde] cs.