ECLI:NL:RBDHA:2013:13758
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Opheffing ongewenstverklaring en inreisverbod van 10 jaar voor Marokkaanse vreemdeling na opiumdelict
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een Marokkaanse vreemdeling, tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser was sinds 1987 in Nederland en was in 2006 ongewenst verklaard. Hij verzocht in 2010 om opheffing van deze ongewenstverklaring, maar dit verzoek werd afgewezen. In 2012 werd hem een inreisverbod van 10 jaar opgelegd vanwege eerdere veroordelingen, waaronder een opiumdelict. Eiser stelde dat een ongewenstverklaring niet kan worden omgezet in een inreisverbod en dat de duur van het inreisverbod niet langer dan vijf jaar mag zijn, tenzij er uitzonderingen van toepassing zijn. De rechtbank overwoog dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing was en dat de staatssecretaris bevoegd was om een inreisverbod voor 10 jaar op te leggen, gezien de ernst van de misdrijven van eiser. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit rechtens juist was en dat er geen schending was van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Eiser had onvoldoende feiten aangedragen om het inreisverbod te verkorten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen grond voor proceskostenveroordeling.