Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De feiten
€ 800.000,-- verbeurt. Multinvestments werd bij de koop vertegenwoordigd door [eiser].
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert eiser de opheffing van een conservatoir beslag dat door gedaagde is gelegd onder Bazuin & Partners B.V. (B&P). Dit beslag is gelegd naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het gerechtshof, waarbij eiser werd vrijgesproken van aansprakelijkheid in een geschil met gedaagde en een derde partij, [A]. De achtergrond van het geschil betreft een verkoop van onroerende zaken door gedaagde en [A] aan Multinvestments USA C.A., waarbij eiser als gevolmachtigde optrad. Gedaagde en [A] hebben eiser aangeklaagd voor het verbeuren van een boete, maar hun vordering werd afgewezen door de rechtbank. In hoger beroep heeft het gerechtshof de aansprakelijkheid van eiser bevestigd, wat leidde tot een eindarrest dat door gedaagde in cassatie werd aangevochten.
Eiser stelt dat het beslag onrechtmatig is, omdat gedaagde zich heeft bediend van valse documenten en niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen inzake de volmacht. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vordering van gedaagde ondeugdelijk is. De rechter benadrukt dat in kort geding de vordering tot opheffing van beslag spoedeisend is en dat de afstemmingsregel van toepassing is, wat betekent dat de rechter zich moet baseren op de eerdere uitspraak van de bodemrechter. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat gedaagde niet kan volhouden dat het beslag gerechtvaardigd is, en wijst de vordering van eiser toe. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.