Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap HET HAAGSCH VASTGOED BEDRIJF B.V. (hierna: HVB) en [A] MAKELAARDIJ IN ONROEREND GOED B.V. (hierna: [A]). HVB vorderde schadevergoeding van [A] op grond van onrechtmatige daad, omdat [A] de door de NVM voorgeschreven meetinstructie niet had gevolgd bij de verkoop van een appartement. HVB had het appartement gekocht op basis van een opgegeven woonoppervlak van 60 m², terwijl het werkelijke oppervlak slechts 51,9 m² bleek te zijn. HVB stelde dat zij hierdoor schade had geleden en vorderde een schadevergoeding van € 25.000,00, subsidiair € 14.850,00.
De rechtbank oordeelde dat [A] onrechtmatig had gehandeld door de meetinstructie niet te volgen en dat HVB erop mocht vertrouwen dat het opgegeven oppervlak correct was. De rechtbank stelde vast dat de schade van HVB moest worden berekend op basis van de aankoopprijs van het appartement, omdat deze prijs alle relevante factoren omvatte die HVB had meegenomen in haar beslissing om het appartement aan te kopen. Uiteindelijk werd de schade vastgesteld op € 12.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank veroordeelde [A] tot betaling van dit bedrag aan HVB, evenals de proceskosten van HVB, die op € 3.095,12 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van makelaars om nauwkeurige informatie te verstrekken en de gevolgen van het niet naleven van de NVM-standaarden voor de berekening van woonoppervlakte. De uitspraak is relevant voor zowel makelaars als kopers van onroerend goed, aangezien het de verwachtingen en verplichtingen in de vastgoedtransacties verduidelijkt.