ECLI:NL:RBDHA:2013:12192
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een derde herhaalde asielaanvraag en de gevolgen van een inreisverbod
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een derde herhaalde asielaanvraag door de Rechtbank Den Haag. De eiser, een Afghaanse vreemdeling, had eerder asielaanvragen ingediend die alle waren afgewezen. De rechtbank oordeelt dat een ongewenst verklaarde vreemdeling, zolang de ongewenstverklaring voortduurt, geen belang heeft bij de beoordeling van een beroep tegen een besluit tot afwijzing van een asielaanvraag. Dit is in lijn met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 22 juli 2010. De rechtbank stelt vast dat de eiser, tegen wie een inreisverbod is uitgevaardigd, geen procesbelang heeft bij de beoordeling van zijn herhaalde asielaanvraag, omdat deze aanvraag nooit kan leiden tot de door hem beoogde verblijfsvergunning zolang het inreisverbod van kracht is. De rechtbank benadrukt dat de eiser pas belang heeft bij toetsing van het bestreden besluit indien het inreisverbod wordt ingetrokken of opgeheven. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser niet-ontvankelijk, omdat hij geen rechtmatig verblijf heeft en de aanvraag als een herhaalde aanvraag wordt beschouwd. De uitspraak is gedaan door rechter K.J. Veenstra en is openbaar uitgesproken op 19 september 2013.