ECLI:NL:RBDHA:2013:11919

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
17 september 2013
Zaaknummer
13/20883 en 13/20882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van een ordemaatregel in het bestuursrecht inzake medische zorg voor vreemdelingen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan door de voorzieningenrechter J.J.W.P. van Gastel in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, van Guinese nationaliteit, hebben op 12 augustus 2013 verzocht om een voorlopige voorziening die hen zou garanderen dat hun geneeskundige verzorging in Conakry daadwerkelijk zou worden gerealiseerd. Dit verzoek werd behandeld op een zitting op 14 augustus 2013, waar verzoekers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. M.J.F. Stelling. De Immigratie- en Naturalisatiedienst, als verweerder, werd vertegenwoordigd door mr. W. Steenstra en mw. L. Pricker.

Op 16 augustus 2013 heeft de voorzieningenrechter een ordemaatregel getroffen, waarbij verzoekers zich mochten melden in een bepaalde kliniek voor medische behandeling. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 16 augustus 2013 vastgesteld dat verzoekers medische zorg nodig hadden en dat er geen gewacht kon worden op de oplossing van problemen met een andere kliniek. De voorzieningenrechter heeft verweerder verzocht om de uitkomst van een aangekondigd bezoek aan Guinee te rapporteren en de gevolgen voor de ordemaatregel aan te geven.

In de uitspraak van 28 augustus 2013 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de twijfels over de toegankelijkheid van de andere kliniek, waar eerder problemen mee waren, zijn weggenomen door de bevindingen van het bezoek ter plaatse. Er zijn afspraken gemaakt over de zorg voor verzoekers, waarbij is toegezegd dat de verweerder gedurende drie maanden de noodzakelijke medische zorg zal vergoeden. Aangezien verzoekers geen zwaarwegende bezwaren hebben aangevoerd tegen de behandeling in deze kliniek, heeft de voorzieningenrechter besloten de eerder getroffen ordemaatregel op te heffen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Voorzieningenrechter

Team Vreemdelingenkamer
Zittingsplaats Arnhem
Registratienummers: AWB 13/20883 en 13/20882
Datum uitspraak: 28 augustus 2013

Uitspraak

Ingevolge artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
inzake

[naam],

geboren op [geboortedatum],
v-nummer [nummer],
[naam],
geboren op[geboortedatum],
v-nummer [nummer],
van Guinese nationaliteit,
verzoekers,
gemachtigde mr. M.J.F. Stelling,
tegen

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verweerder.

Het procesverloop

Bij verzoekschrift van 12 augustus 2013 hebben verzoekers verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat de geneeskundige verzorging in Conakry van verzoekers daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 augustus 2013. Verzoekers zijn aldaar verschenen, vertegenwoordigd door mr . M.J.F. Stelling. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W. Steenstra en mw. L. Pricker.
Bij brief van 16 augustus 2013 hebben verzoekers verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat zij zich ter behandeling kunnen laten opnemen in[kliniek 1].
Bij uitspraak van 16 augustus 2013 heeft de voorzieningenrechter een ordemaatregel getroffen.
Bij brief van 21 augustus 2013 heeft verweerder nadere stukken ingediend.
Verzoekers hebben hierop bij brief van 26 augustus 2013 gereageerd.
Verweerder heeft bij schrijven van 27 augustus 2013 gereageerd op voormelde brief van verzoekers.

De beoordeling

1.
Ingevolge artikel 8:87, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
2.
Gelet op voormelde uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 augustus 2013 en de nadien binnengekomen stukken dient thans beoordeeld te worden of er redenen zijn om de getroffen maatregel op te heffen dan wel te wijzigen.
3.
De voorzieningenrechter heeft in voormelde uitspraak, voor zover van belang, een ordemaatregel getroffen omdat, mede gelet op de toezegging van verweerder tot drie maanden na uitzetting van verzoekers de kosten van hun medische behandeling te vergoeden, vast stond dat verzoekers medische behandeling nodig hadden en niet kon worden gewacht tot de (vermeende) problemen met [kliniek 2] zouden zijn opgelost. De voorzieningenrechter heeft daarop bepaald dat verzoekers zich mochten melden in[kliniek 1] teneinde zich daar te laten behandelen totdat duidelijkheid zou zijn verkregen over de situatie ter plaatse. Daarbij heeft de voorzieningenrechter aan verweerder verzocht hem de uitkomst van het aangekondigde bezoek aan Guinee te berichten en aan te geven wat de gevolgen zouden moeten zijn voor de getroffen ordemaatregel.
4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder met het bezoek ter plaatse en de naar aanleiding daarvan opgestelde bevindingen, de gerezen twijfel over de toegankelijkheid van [kliniek 2] afdoende heeft weggenomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende vast komen te staan dat [kliniek 2] bereid is te voorzien in de benodigde medische zorg voor verzoekers. Gelet hierop en nu, anders dan met[kliniek 1], tussen verweerder en [kliniek 2] afspraken zijn gemaakt over de zorg van verzoekers waarbij is toegezegd dat verweerder gedurende drie maanden de noodzakelijke medische zorg zal vergoeden terwijl verzoekers geen zwaarwegende bezwaren hebben aangevoerd tegen de behandeling in [kliniek 2], ziet de voorzieningenrechter aanleiding de getroffen ordemaatregel op te heffen.
5.
Derhalve heft de voorzieningenrechter de bij uitspraak van 16 augustus 2013 getroffen voorlopige voorziening op. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

De beslissing

De voorzieningenrechter heft de bij uitspraak van 16 augustus 2013 getroffen voorlopige voorziening op.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.P.L.M. van Dam, griffier.
De griffier, De voorzieningenrechter,
De griffier is buiten staat te tekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2013.

Rechtsmiddel:

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.